Schrif­te­lijke Vragen: Afname van de lees­vaar­digheid onder jongeren


Indiendatum: 26 jan. 2023

Uit de meest recente peiling leesvaardigheid 2020-2021 komt naar voren dat de beheersing van het streefniveau 2F aan het einde van het (speciaal) basisonderwijs achterblijft bij de ambitie.[1] Sterker nog, het leesvaardigheidsniveau is afgenomen onder leerlingen ten opzichte van 10 jaar geleden. Het leesvaardigheidsniveau wordt behaald door 50% van de leerlingen in het basisonderwijs en 7% van de leerlingen in het speciaal basisonderwijs, terwijl de ambitie is dat 65% van alle leerlingen aan het einde van het primair onderwijs niveau 2F behalen.[2]

Het niveau 2F wordt gedefinieerd door een aantal vaardigen waaronder de hoofdgedachte uit een tekst kunnen halen, het kunnen leggen van relaties tussen tekstdelen en het kunnen evalueren en beoordelen van een tekst.[3] Met name deze laatste vaardigheid kan niet achterblijven in een maatschappij waarin kinderen op steeds jongere leeftijd op social media te vinden zijn, waar informatie niet altijd van goede kwaliteit is.[4]

De Partij voor de Dieren, D66 en SVL vinden het zodoende belangrijk dat alle leerlingen voldoende vaardig zijn om goed te kunnen functioneren in de maatschappij.

Op grond van artikel 45 van het Reglement van Orde stellen de leden Jones, Beimer en Wijnands het College van Burgemeesters en Wethouders van de gemeente Leiden de volgende vragen:

1. Welk percentage van de leerlingen in Leiden haalt het streefniveau 2F aan het einde van primairvonderwijs?

2. Op welke scholen en in welke wijken is dit percentage het laagst? Op welke scholen en in welkevwijken is dit het hoogst? Heeft het College hier een verklaring voor en zo ja, wat is deze verklaring?

Volgens de onderwijsinspectie zijn er zowel veranderingen nodig in het leesonderwijs op scholen, als in het leesgedrag van de leerlingen thuis om de dalende trend te keren. Dit betreft een bredere aanpak zowel in het onderwijs als daarbuiten. Bij deze brede aanpak kunnen scholen onder meer samenwerken met ouders, bibliotheken, gemeenten en consultatiebureaus.[5] We vragen daarom aan het College wat er mogelijk is vanuit gemeenten om de leerlingen te helpen.

3. Komen er aan de hand van de aanbevelingen in het rapport van de Onderwijsinspectie ‘Peil.Leesvaardigheid einde (speciaal) basisonderwijs 2020-2021’ aanvullende initiatieven in Leiden om het begrijpend lezen op hoger niveau te krijgen? Zo ja, welke? Zo nee, hoe wil de gemeente zich inzetten om dit in Leiden te faciliteren?

4. In het rapport wordt de gemeente in het bijzonder opgeroepen om het leesonderwijs meer te faciliteren. Scholen zouden gebaat zijn bij een goede voorziening in schoolbibliotheken en ondersteuning door leesconsulenten. Is het College van plan om hier - naar aanleiding van het rapport van de Onderwijsinspectie - extra op in te zetten? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?

Eerder is gebleken dat de groep “corona-leerlingen” achteruit is gegaan qua schoolresultaten, in het bijzonder leerlingen uit sociaal-economisch kwetsbare gezinnen.[6] Onderzoek toont aan dat er een sterk verband bestaat tussen een geringe leesvaardigheid en sociaal-economische status (onder andere beïnvloed door werkloosheid, lage lonen en beperkte carrièrekansen).[7]

5. Welke rol ziet het College voor zichzelf om hier een positieve invloed op te hebben?
a. Kunnen het college hiervoor in gesprek met andere organisaties in het sociaal domein?
b. Zijn er mogelijk ‘best practices’ bekend waar we als gemeente wat van kunnen leren om iets te
kunnen betekenen voor deze kinderen?

[1] Niveau 2F is het streefniveau voor leerlingen die het (s)bo verlaten en het minimale niveau om mee te kunnen
doen in de maatschappij.

[2] Onderwijsinspectie rapport “Peil.Leesvaardigheid einde (speciaal) basisonderwijs 2020-2021”:
https://www.onderwijsinspectie.nl/documenten/themarapporten/2022/12/13/peil-leesvaardigheid-eindebasisonderwijs-en-speciaal-basisonderwijs-2020-2021

[3] Nederlandse taal referentieniveau 2F (MBO-2 en MBO-3) - conceptsyllabus centraal ontwikkeld examen:
https://www.examenbladmbo.nl/syllabus/conceptsyllabus-nederlandse-taal/2013-2014/f=/conceptsyllabus_taal_2f_mbo_april2013.pdf

[4] Nederlands Jeugdinstituut - cijfers over mediagebruik:
https://www.nji.nl/cijfers/mediagebruik#:~:text=Aan%20YouTube%20en%20YouTube%20Kids,Miene%20Media%20monitor%20(2021)

[5] https://www.onderwijsinspectie.nl/actueel/nieuws/2022/12/13/verbeteren-leesvaardigheid-vraagt-om-inspanningen-op-school-en-thuis

[6] Onderwijsinspectie rapport “De Staat van het Onderwijs” (2022):
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2022/04/13/de-staat-van-het-onderwijs-2022

[7] https://www.onderwijsinspectie.nl/actueel/nieuws/2022/12/13/verbeteren-leesvaardigheid-vraagt-om-inspanningen-op-school-en-thuis

Indiendatum: 26 jan. 2023
Antwoorddatum: 7 mrt. 2023

Uit de meest recente peiling leesvaardigheid 2020-2021 komt naar voren dat de beheersing van het streefniveau 2F aan het einde van het (speciaal) basisonderwijs achterblijft bij de ambitie.[1] Sterker nog, het leesvaardigheidsniveau is afgenomen onder leerlingen ten opzichte van 10 jaar geleden. Het leesvaardigheidsniveau wordt behaald door 50% van de leerlingen in het basisonderwijs en 7% van de leerlingen in het speciaal basisonderwijs, terwijl de ambitie is dat 65% van alle leerlingen aan het einde van het primair onderwijs niveau 2F behalen.[2]

Het niveau 2F wordt gedefinieerd door een aantal vaardigen waaronder de hoofdgedachte uit een tekst kunnen halen, het kunnen leggen van relaties tussen tekstdelen en het kunnen evalueren en beoordelen van een tekst.[3] Met name deze laatste vaardigheid kan niet achterblijven in een maatschappij waarin kinderen op steeds jongere leeftijd op social media te vinden zijn, waar informatie niet altijd van goede kwaliteit is.[4]

De Partij voor de Dieren, D66 en SVL vinden het zodoende belangrijk dat alle leerlingen voldoende vaardig zijn om goed te kunnen functioneren in de maatschappij.

Op grond van artikel 45 van het Reglement van Orde stellen de leden Jones, Beimer en Wijnands het College van Burgemeesters en Wethouders van de gemeente Leiden de volgende vragen:

1. Welk percentage van de leerlingen in Leiden haalt het streefniveau 2F aan het einde van primairvonderwijs?

Antwoord: Het gemiddelde van de basisscholen in Leiden, op basis van de gegevens uit de DUO Open Onderwijsdata schooljaar 2021-2022 (te vinden via: DUO Open Onderwijsdata), komt neer op 75,32% van de leerlingen die niveau 2F behalen.

Wanneer u de DUO Open Onderwijsdata bekijkt, wees er dan van bewust dat dislocaties (zoals bijv. De Pionier) vallen onder het BRIN-nummer van de hoofdvestiging (in het geval van de Pionier onder Lucas van Leyden). Dit betekent dat De Pionier en De Arcade (hoofdvestiging Leimundo) niet apart benoemd worden. Sbo en onderwijs op speciale scholen zijn niet meegenomen in de beantwoording.

2. Op welke scholen en in welke wijken is dit percentage het laagst? Op welke scholen en in welkevwijken is dit het hoogst? Heeft het College hier een verklaring voor en zo ja, wat is deze verklaring?

Antwoord: Uit de gegevens van het schooljaar 2021-2022 komt naar voren dat de leesvaardigheid voornamelijk op de onderwijskansenscholen het laagst is. De onderwijskansenscholen staan in verschillende wijken in Leiden. De gegevens, en de daaruit vloeiende percentages, over het aantal leerlingen per school dat niveau 2F behaalt, behoeven enige nuancering. Uitstroomgegevens geven geen volledig beeld van de resultaten die een school boekt met haar leerlingen en zijn mede afhankelijk van verschillende factoren buiten en binnen de school. Denk bijvoorbeeld aan ingekochte huiswerkbegeleiding, ondersteuningsmogelijkheden in de scholen en het profiel van de leerlingen in groep 8 op dat moment. De inspanningen die op de onderwijskansenscholen worden geleverd zijn mogelijk veel groter dan op andere scholen. Op sommige scholen stromen kinderen in die de Nederlandse taal op dat moment niet geheel machtig zijn. De percentages moeten relatief worden opgevat. Een relatief laag behaald percentage 2F in 2021-2022 kan een hele verbetering zijn voor een school ten opzichte van voorgaande jaren.

Volgens de onderwijsinspectie zijn er zowel veranderingen nodig in het leesonderwijs op scholen, als in het leesgedrag van de leerlingen thuis om de dalende trend te keren. Dit betreft een bredere aanpak zowel in het onderwijs als daarbuiten. Bij deze brede aanpak kunnen scholen onder meer samenwerken met ouders, bibliotheken, gemeenten en consultatiebureaus.[5] We vragen daarom aan het College wat er mogelijk is vanuit gemeenten om de leerlingen te helpen.

3. Komen er aan de hand van de aanbevelingen in het rapport van de Onderwijsinspectie ‘Peil.Leesvaardigheid einde (speciaal) basisonderwijs 2020-2021’ aanvullende initiatieven in Leiden om het begrijpend lezen op hoger niveau te krijgen? Zo ja, welke? Zo nee, hoe wil de gemeente zich inzetten om dit in Leiden te faciliteren?

Antwoord: In eerste instantie ligt de kwaliteit van het onderwijs bij de school zelf. De inspectie houdt hierop toezicht. De gemeente kan beperkt bijdragen. We doen dit waar mogelijk. De voorbeelden en initiatieven uit Leiden die we hierna kort toelichten, sluiten aan bij de aanbevelingen uit het genoemde rapport van de Onderwijsinspectie.

De gemeente zet zich, met extra focus op de onderwijskansenscholen, in om extra leesondersteuning te bieden voor de kinderen die dit nodig hebben. Vanuit het OnderwijsKansenBeleid (OKB) wordt al vroeg ingezet op taalontwikkeling. In de voorschoolse periode wordt al begonnen met divers taalaanbod via diverse maatschappelijke partners (bijv. de VoorleesExpress van JES Rijnland).

Samen met het basisonderwijs bieden we diverse taalklassen (schakelklassen, KOPklas, nieuwkomersonderwijs) voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Het aanbieden van taalondersteuning wordt daarnaast onder andere verbonden aan het NPO, de LEA en de inzet van de SSB-partners.

Daarnaast is preventie van Laaggeletterdheid specifiek benoemd in het Regionaal plan Laaggeletterheid Holland Rijnland. In het Taalpact Leiden-Leiderdorp, het lokale uitvoeringsprogramma van het regionaal plan, is ook een werkgroep preventie van laaggeletterdheid actief. In deze werkgroep werken gemeente en partners in de stad samen om laaggeletterdheid te voorkomen bij kinderen

4. In het rapport wordt de gemeente in het bijzonder opgeroepen om het leesonderwijs meer te faciliteren. Scholen zouden gebaat zijn bij een goede voorziening in schoolbibliotheken en ondersteuning door leesconsulenten. Is het College van plan om hier - naar aanleiding van het rapport van de Onderwijsinspectie - extra op in te zetten? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Via onze partner BplusC (bibliotheek) zijn er op dit moment al meerdere leesconsulenten actief in de stad en zijn meerdere bibliotheken van BplusC dichtbij (o.a.) veel van de onderwijskansenscholen te vinden. De Biebbus is een rijdende bibliotheek voor kinderen na schooltijd die standplaatsen kent in vijf wijken waar geen bibliotheeklocatie is. De onderwijskansenscholen kunnen gebruik maken van BplusC vanuit het OnderwijsKansenBeleid. Aan BplusC is reeds het verzoek opgenomen om de mogelijkheden voor de Bibliotheek op School te onderzoeken (zie de beantwoording op de schriftelijke vragen van Marc Newsome en Bo Lemmens (beiden PvdA) aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leiden over het belang van voorlezen en BplusC). In de voorschool, op alle locaties waar voorschoolse educatie wordt aangeboden, wordt er o.a. gewerkt met de VoorleesExpress van JES Rijnland. Als gemeente doen we daarnaast nog mee aan BoekStart. Het BoekStartprogramma is gericht op verschillende leeftijdsgroepen en stimuleert voorlezen tussen ouder en kind.

Daarnaast werkt de gemeente samen met BplusC aan de modernisering van de huidige bibliotheek op de Nieuwstraat en daarbij het aantrekkelijker maken voor jongeren om te gaan lezen.

Eerder is gebleken dat de groep “corona-leerlingen” achteruit is gegaan qua schoolresultaten, in het bijzonder leerlingen uit sociaal-economisch kwetsbare gezinnen.[6] Onderzoek toont aan dat er een sterk verband bestaat tussen een geringe leesvaardigheid en sociaal-economische status (onder andere beïnvloed door werkloosheid, lage lonen en beperkte carrièrekansen).[7]

5. Welke rol ziet het College voor zichzelf om hier een positieve invloed op te hebben?
a. Kunnen het college hiervoor in gesprek met andere organisaties in het sociaal domein?

Antwoord: Uiteraard is het de rol van het college om kwetsbare gezinnen in de stad te ondersteunen. We zijn continu in gesprek met onderwijspartijen, welzijnspartners en andere maatschappelijke voorzieningen. De gemeente werkt vanuit het programma social impact, en aan de hand van diverse beleidsterreinen samen om de negatieve effecten van covid en eventuele leervertragingen door de coronapandemie tegen te gaan. Het doel van het programma social impact is om de negatieve maatschappelijke effecten van de coronacrisis te beperken. Eén van de pijlers in het programma is gelijke kansen. Hierin is het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) in opgenomen, en wordt samengewerkt met onderwijs- en armoedebeleid. Vanuit het programma social impact en het NPO worden sinds 2022 verschillende interventies en maatregelen genomen om (lees)vertraging en vertraging in andere ontwikkelingen in te halen. Zo is er vanuit de NPO-middelen extra inzet vanuit BplusC (boekstartcoaches en mediacoaches), gericht op het jonge kind. JES Rijnland’s VoorleesExpress. Een extra speelgroep, extra inzet op de toeleiding. Op een paar basisscholen specifieke bijdrage rond leesvertragingen. In het vo ondersteunen we middels een pilot op twee scholen op het gebied van woordenschat. Verder is door scholen zelf, op basis van hun schoolscans, inzet gepleegd op de vertragingen.

b. Zijn er mogelijk ‘best practices’ bekend waar we als gemeente wat van kunnen leren om iets te
kunnen betekenen voor deze kinderen?

Antwoord: Het college kijkt altijd naar wat werkt in andere gemeenten en leert hiervan. De samenwerkingsvorm van het Taalpact, dat sinds 2021 loopt, is hier een voorbeeld van, net zoals de VoorleesExpress. De best practice van brugfunctionarissen uit andere steden, iemand die een brug weet te slaan tussen school, kind en gezin, hebben we in Leiden in de vorm van een pilot ‘De Gezinsconsulent’ van JES Rijnland ingezet bij verschillende scholen. Taal in het gezin is één van de aandachtspunten van ‘De gezinsconsulent’.

[1] Niveau 2F is het streefniveau voor leerlingen die het (s)bo verlaten en het minimale niveau om mee te kunnen
doen in de maatschappij.

[2] Onderwijsinspectie rapport “Peil.Leesvaardigheid einde (speciaal) basisonderwijs 2020-2021”:
https://www.onderwijsinspectie.nl/documenten/themarapporten/2022/12/13/peil-leesvaardigheid-eindebasisonderwijs-en-speciaal-basisonderwijs-2020-2021

[3] Nederlandse taal referentieniveau 2F (MBO-2 en MBO-3) - conceptsyllabus centraal ontwikkeld examen:
https://www.examenbladmbo.nl/syllabus/conceptsyllabus-nederlandse-taal/2013-2014/f=/conceptsyllabus_taal_2f_mbo_april2013.pdf

[4] Nederlands Jeugdinstituut - cijfers over mediagebruik:
https://www.nji.nl/cijfers/mediagebruik#:~:text=Aan%20YouTube%20en%20YouTube%20Kids,Miene%20Media%20monitor%20(2021)

[5] https://www.onderwijsinspectie.nl/actueel/nieuws/2022/12/13/verbeteren-leesvaardigheid-vraagt-om-inspanningen-op-school-en-thuis

[6] Onderwijsinspectie rapport “De Staat van het Onderwijs” (2022):
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2022/04/13/de-staat-van-het-onderwijs-2022

[7] https://www.onderwijsinspectie.nl/actueel/nieuws/2022/12/13/verbeteren-leesvaardigheid-vraagt-om-inspanningen-op-school-en-thuis

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Schriftelijke Vragen: Een huis voor de vleermuis

Lees verder

Schriftelijke Vragen: Circulaire economie verder weg dan ooit?

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer