Motie: Veilige leef­om­geving bij extreem weer

De Raad van de gemeente Leiden, bijeen in de vergadering van 7 november 2024,

Constaterende dat:

• De gemeenteraad de noodtoestand voor het klimaat en de natuur heeft uitgeroepen;

• We aan het begin staan van de klimaatcrisis en aan die crisis gerelateerde rampen, zoals overstromingen, hittegolven en andere extreme weersomstandigheden, vaker voor zullen komen;

• Klimaatverandering invloed heeft op een veilige leefomgeving;

• Zowel risicobeheersing als crisisbeheersing van belang zijn om de gevolgen van de klimaatcrisis te beperken;

• Het er bij risicobeheersing gaat om goed voorbereid te zijn op klimaatrisico’s die kunnen optreden om deze risico’s zo vroeg mogelijk te beperken (klimaatadaptatie);

• Het anticiperen op de gevolgen van klimaatverandering daarom als veiligheidsthema voor het veiligheidsbeleid is aangemerkt;

Overwegende dat:

• Klimaatverandering en daaraan gekoppelde toename van extremen in het weer vragen dat we vergroenen, verduurzamen en klimaatadaptieve maatregelen doorvoeren;

• Dit college de uitdagingen van klimaatverandering erkent en stappen neemt om de stad toekomstbestendig voor haar inwoners te maken;

• In de stresstesten de kwetsbaarheden in Leiden in beeld zijn gebracht en hier in de risicodialoog vervolgens het gesprek over is gevoerd;

• Het juist in de uitvoeringsagenda klimaatadaptatie van belang is om aandacht te hebben voor de stappen die gezet kunnen worden om de negatieve gevolgen van klimaatverandering op de fysieke veiligheid te verminderen;

• In de uitvoeringsagenda klimaatadaptatie, en andere relevante uitvoeringsagenda’s, meer concrete uitgangspunten en acties geformuleerd kunnen worden waar het college op in wil zetten;

• De Provincie Zuid-Holland, samen met verschillende veiligheidsregio’s, een handreiking heeft gemaakt om gemeenten daarbij te helpen;

Verzoekt het college om:

• Te onderzoeken welke risico’s, uit de handreiking ‘Veiligheid opnemen in je uitvoeringsagenda klimaatadaptatie’, voor Leiden relevant zijn;

• De uitkomsten hiervan te betrekken bij het opstellen van het nieuwe Uitvoeringsprogramma Klimaatadaptatie en Biodiversiteit in 2026 en aan de raad te informeren welke consequenties hieruit voortvloeien.