Bijdrage Duur­zaam­heidsnota 2012


15 maart 2012

De Partij voor de Dieren is blij met de aandacht voor duurzaamheid. Dat is geen luxe, of linkse hobby maar noodzaak voor de leefbaarheid op de lange termijn.
De nota begint mooi, met de definitie van het rapport van Brundtland uit 1987. In dat rapport draait duurzaamheid om de vraag hoe we ervoor kunnen zorgen dat de draagkracht van de planeet niet meer wordt overschreden. De Leidse nota geeft verder geen universele visie, maar is louter op de mens gericht.

Halve maatregelen
De agenda noemt een groot aantal op zichzelf prijzenswaardige initiatieven. Die steunen we van harte, maar is het niet genoeg. Het zijn enkele roeislagen vooruit tegen de stroom in. Geachte voorzitter, zo schieten we niet op.

Het valt op dat in dit beleid wordt geprobeerd de effecten te verzachten van schadelijke zaken, maar dat die schadelijke zaken zelf onaangetast blijven. Zo wordt duurzaamheid een uitgehold begrip. Het meest pijnlijk wordt dit duidelijk in het hoofdstuk over mobiliteit.

Duurzaamheid is in onze visie niet minder van het slechte, maar meer van het goede. Geen effectbestrijding, maar cradle to cradle. Reuzenambities, die alleen waargemaakt kunnen worden door een andere aanpak, en niet met kleine stapjes vooruit in een oud stramien.

Deze nota bezigt mooie woorden, maar woord en daad gaan bij dit college niet hand in hand. Wat is er bijvoorbeeld duurzaam aan een Ringweg Oost of een Morspoortparkeergarage?

Dit college kiest niet voor een drastische vermindering van autoverkeer, om zo de CO2-uitstoot te verminderen, maar faciliteert de auto op alle mogelijke manieren. Met als geruststelling dat het asfalt zo duurzaam mogelijk wordt uitgevoerd, geluidsarm is, enzovoort. Dat is gerommel in de marge. Wij kiezen voor het terugdringen van de auto ten gunste van fiets en OV; wonen en werken combineren; thuiswerken. Voor stadslandbouw in leegstaande kantoorgebouwen, reductie van voedselkilometers, voor zonnepanelen op alle huurwoningen.

Evenmin een woord over die andere enorme bron van CO2: de vleesconsumptie. Verantwoordelijk voor 40% meer broeikasgassen dan al het gemotoriseerde verkeer bij elkaar.

Horizon: 2020
Een ander punt van kritiek is de beperkte horizon van het rapport: 2020. Dat is nog niet eens één generatie, maar welgeteld twee verkiezingen verder.

Dat is wel een heel andere tijdshorizon dan die welke de Irokezen in Noord-Amerika voor ogen stond: hun leiders werden geacht zeven generaties vooruit te denken bij het inschatten van de gevolgen van hun beslissingen. Zeven generaties, dat is ongeveer 200 jaar. Dat verwacht ik niet echt van dit college maar een visie tot 2050 is toch niet te veel gevraagd.

Bij ongewijzigd beleid zijn in 2050 de olievoorraden op. We kunnen het misschien nog even rekken met schaliegas, maar dan is het echt einde verhaal. Dat betekent dat we nu drastisch moeten inzetten op andere energiebronnen, niet een beetje, maar grootscheeps.

Gabriel de Haan, jongste telg van wethouder De Haan, zal in 2050 ongeveer zo oud als zijn vader nu is. Dan wil hij vast ook reizen, van kunst en natuur genieten. Dat moet dan wel kunnen, en dan moet hij niet de laatste euro’s hoeven uitgeven aan de laatste druppels olie.

Voor de toekomst van Gabriel de Haan, Jagger Laudy, Justa Terpstra en alle kinderen van andere ouders dan raadsleden is het nodig om drastisch andere keuzes te maken. Deze nota maakt die keuzes niet. En ondanks de waardering die we ervoor hebben, is dit ons fundamentele punt van kritiek.

Daarom stel ik twee amendementen voor op de besluiten naar aanleiding van de nota en een motie. De amendementen vragen van Leiden, als stad van ambitie, de weg in te slaan naar een duurzame toekomst.

Het ene amendement betreft een ambiteuzere doelstelling om duurzamer te bouwen: een GPR-cijfer van 7,5 in plaats van 7. Dat zou overigens ook het regionale bedrijfsleven een concurrentievoordeel opleveren.

Het andere is een amendement om de regio geen 14%, maar minimaal 20% van de verbruikte energie lokaal en duurzaam op te wekken’.

De motie, een afgeleide van ons initiatiefvoorstel om de uitgifte van gratis draagtasjes te beperken, vraagt of de wethouder in gesprek wil gaan met het bedrijfsleven om dit te organiseren. Een simpele vraag van de winkelier, "gaat het zo mee?", blijkt de uitgifte al met 40% te verminderen.

Interessant voor jou

Algemene Beschouwingen Perspectiefnota 2011-2015

Lees verder

Stadslandbouw in leegstaande kantoren

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer