Een duur­zaam­heids­agenda zonder ambitie


26 maart 2015

Voorzitter,

Fijn dat we het kunnen hebben over zo’n belangrijk onderwerp als duurzaamheid. Er zitten een paar erg belangrijke punten in deze duurzaamheidsagenda, waar wij erg blij mee zijn:

  1. Het oormerken van budget voor duurzaamheid en het verantwoordelijk maken van ambtenaren voor dit terrein;
  2. Acties: woorden over duurzaamheid zijn er voldoende, uiteindelijk moet er ook iets gebeuren
  3. Uitvoering van verschillende PvdD-moties waaronder 50 Tinten Groen, de nulmeting, en Duurzaamheid in het Onderwijs
  4. Heel verrassend: een voorstel om burgers aan te moedigen om hun tuin niet te betegelen, conform onze motie, nog in 2011 door D66 weggehoond, om wateroverlast te voorkomen maar ook bijvriendelijke tuinen te krijgen.

Maar verder constateren we dat het college een schokkend gebrek heeft aan kennis, visie en ambitie. De duurzaamheidsagenda is vooral een verzameling losse ideeën is. Een kapstok van ideeën waar een duurzaamheidsetiket op wordt geplakt. Dat lijkt op greenwashing. Bijvoorbeeld: het duurzaam monumentenbeheer of nog erger: de duurzame inpassing van de Rijnlandroute.

Niets over plastic bekertjes, plastic tassen, ballonnen, fijnstof, vuurwerk. Op al die punten wordt de gemeente Leiden ingehaald door de landelijk wetgeving. Leiden is dus een volger, geen voortrekker.

Verder valt op dat de agenda heel voorzichtig is en dat er vooral terughoudendheid uit spreekt. Dit zie ik bijvoorbeeld in teksten als “no regret-maatregelen”: hoezo gaan we alleen dingen doen waarbij we geen risico lopen? Of die we beschouwen als safe? Als het college duurzaamheid echt zo belangrijk vindt, waarom dan niet een iets gedurfder korte termijn plan?

"Samen met de stad ontwikkelen": participatie is natuurlijk mooi en prachtig. Maar het lijkt alsof het hier wordt gebruikt als een excuus voor afwachtendheid van de gemeente. Het college heeft geen eigen ambitie, want ‘die moet komen uit de stad’ of ‘wordt ontwikkeld samen met partners’. Er is geen enkele reden voor het college om het participatieproces niet te starten met het poneren van een eigen uitdagende duurzaamheidsambitie die getuigt van lef en urgentie. Nodig partners bijvoorbeeld uit om te bedenken hoe we in 2020 van Leiden een stad kunnen maken met een zero carbon footprint. Of dat we in 2020 in Leiden onze ecological footprint-budget niet meer overschrijden.

Hoe komt dat? Omdat het college geen echte visie heeft en ook geen ambitie. Ik wil op een paar punten van het raadsvoorstel en de agenda graag nader in gaan.

In de agenda staat de volgende definitie van duurzaamheid: “de leefbaarheid en de beleefbaarheid van de stad willen behouden en duurzaam willen verbeteren, zodat de stad nu en in de toekomst nog aantrekkelijker wordt om in de wonen, te werken en te recreëren”. Het lijkt wel een tekst uit een toeristenfolder van Leiden Marketing.

In deze definitie gaat helemaal uit van een antropocentrisch wereldbeeld op de wereld: de mens staat centraal. Ik roep het college op deze definitie uit te breiden zodat een andere groep erg belangrijke inwoners van de stad daar ook expliciet onder vallen: de dieren!

Vergelijk dat eens met de definitie van de VN-commissie Brundtland uit 1987:

Duurzame ontwikkeling is ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen.

Duurzaamheid gaat dus over de schaarste van de hulpbronnen waarmee welvaart wordt voortgebracht. In de agenda staat dat duurzaamheid een kwestie is van doen. Ik zou daar aan willen toevoegen: duurzaamheid is een kwestie van keuzes maken. En in veel gevallen komt dat neer op andere keuzes dan nu gangbaar zijn. Om een leefbare stad en een leefbaar klimaat te houden, kunnen we niet doorgaan op dezelfde voet.

Ik geef het college graag 4 (algemeen aanvaarde) duurzaamheidsprincipes waarop zij haar keuzes zou moeten baseren om duurzaam te opereren:

  1. Mensen worden niet gehinderd om in hun levensbehoeften te voorzien (mensen in Leiden moeten veilig, vrij en gezond kunnen leven, met respect voor hun identiteit, geloof, geslacht en afkomst.
  2. De natuur wordt niet aangetast (wij tasten de natuur in Leiden niet aan. Onze ecosystemen in de stad, planten en dieren maken het mogelijk voor de mensen om te leven. Ze bieden ons schone lucht, voedsel en water. We gaan daarom zuinig om met onze natuur en beschermen de biodiversiteit).
  3. Er worden geen schadelijke of chemische stoffen geproduceerd en gebruikt (we gebruiken en produceren geen chemische stoffen die negatieve of onbekende effecten hebben op gezondheid van mensen of het milieu.
  4. Materialen uit de aardkorst komen niet in het milieu terecht (denk aan fossiele brandstoffen, kies voor hernieuwbare bronnen en materialen, voor hergebruik en recycling)

Dan over het aanjaagteam:

Prima dat er nieuwe krachten aangesteld worden om het programma duurzaamheid vorm te geven en aan te jagen. Wat is de positie van dit team binnen de ambtelijke organisatie? Voor het slagen van dit aanjaagteam is het essentieel dat zij (tot op zekere hoogte) beslissingsbevoegdheid hebben, dat zij zowel persoonlijk als sprekend uit opleiding/ ervaring, toegerust zijn om deze taak te volbrengen en dat zij binnen de organisatie met autoriteit kunnen opereren. Graag een toelichting hierop van de wethouder. Eventueel dien ik moties in op de volgende punten.

De uitwerking:
1. Beloon ambassadeurs. Waarom zou ik isoleren/opwekken en als ik het doe, wat moet ik kiezen? Dat zijn 2 vragen die ervoor zorgen dat er bij veel mensen niks gebeurt. Dus door mensen te belonen die dit wel weten en hun buren en vrienden weten over te halen om het ook te doen te belonen met bv 50,- (als de investering boven de 1000,- is & 1x per jaar per woning), vergroot je de kans op ingrepen. Hiermee kan je ook Energiek Leiden steunen, zonder te hoeven subsidiëren.

2. Hoe succesvoller de actie, hoe sneller we de gemeentelijke doelstelling halen (of eigenlijk, hoe groter de kans dat we het gaan halen...); een ingreep zorgt vaak voor duurzamer gedrag en meer sympathie voor vervolgstappen (mobiliteit, afval, voedsel etc); de investeringen zorgen voor goede boost voor de (lokale) economie en verdienen zich indirect dus ook terug; het is als een kerstbomenophaalactie waarbij je per kerstboom 1 lot krijgt. Loopt als een trein.

3. Versimpel de criteria voor het Fonds Lokale initiatieven en bespoedig het proces. Doe het net zoals bij subsidies: klein, middel en groot bedrag. Klein en middel kunnen worden beoordeeld door de mensen van Duurzaam Leiden zelf. Nu gaat alles via de jury en zijn er 3 a 4 rondes per jaar. Vaak ben je een half jaar verder eer je antwoord hebt. Dodelijk voor de flow. En hoe kleiner het bedrag, hoe minder eisen. Denk alleen: heeft het (veel) meerwaarde ->: ja; verdient de indiener eraan -> ja: lening of cofinanciering. Nee -> cofinanciering tot zelfs 100% schenking.

Voorbeeld: groene daken op huizen (waar je dus niet kan recreeren). Een particulier heeft eigenlijk geen financieel voordeel. Toch is het voor de stad, zeker in een versteende wijk waar het riool problemen heeft met heftige regenbuien, erg wenselijk dat het er komt. Maar 50% cofinanciering is voor velen te weinig om het te doen, dus waarom dan geen 80% cofinanciering? Geef Duurzaam Leiden die vrijheid om dit te bepalen.

Ik dank u voor uw aandacht.

Interessant voor jou

Bijdrage Jongerencentrum Stevenshof

Lees verder

Bijdrage Lammermarkt en Greentower

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer