Inzet valkeniers bij meeuwenoverlast
Indiendatum: mrt. 2011
Schriftelijke vragen van de Partij voor de Dieren over de inzet van roofvogels bij meeuwenbestrijding.
1. Waarom wordt het Plan van Aanpak Meeuwenoverlast niet integraal als raadsvoorstel naar de Raad gezonden maar slechts 1 onderdeel daarvan, nl. de ondergrondse vuilcontainers . Ma.w. waarom is het budgetrecht niet van toepassing op het hele plan, temeer daar in het plan zelf nadrukkelijk een integrale en brede aanpak wordt bepleit?
2. Waarom trekt het college voor een periode van 4 jaar maar liefst 640.00 euro uit voor de inzet van valkeniers om meeuwen te verjagen tijdens het vuilnis ophalen, in de wetenschap dat het effect slechts tijdelijk is, aangezien meeuwen snel wennen aan roofvogels?
3. Is het college bekend met de kritiek op het houden van roofvogels vanuit dierenwelzijnskringen, aangezien deze naar hun aard, niet geschikt zijn om gehouden te worden als huisdier, net zo min als andere roofdieren dat zijn? Zo ja, welke afweging heeft het college gemaakt? Zie bijv. de petitie http://petities.nl/petitie/verbod-op-het-houden-en-fokken-van-inheemse-beschermde-roofvogels
4. Beseft het college dat het stimuleren van commerciële valkerij effect zal hebben op de handel, kweek en vangst van roofvogels, waarbij de controle op CITES-afspraken niet in alle landen worden nageleefd? Zo ja, hoe beoordeelt het college deze ontwikkeling?
Indiendatum:
mrt. 2011
Antwoorddatum: 15 mrt. 2011
Schriftelijke vragen van de Partij voor de Dieren over de inzet van roofvogels bij meeuwenbestrijding.
1. Waarom wordt het Plan van Aanpak Meeuwenoverlast niet integraal als raadsvoorstel naar de Raad gezonden maar slechts 1 onderdeel daarvan, nl. de ondergrondse vuilcontainers . Ma.w. waarom is het budgetrecht niet van toepassing op het hele plan, temeer daar in het plan zelf nadrukkelijk een integrale en brede aanpak wordt bepleit?
Zoals ook is aangegeven in de (schriftelijke) beantwoording van de rondvraag voor de commissie L&B d.d. 3 februari 2011 en later nog is bevestigd per e-mail via de commissiegriffier d.d. 2maart 2011 is het antwoord op deze vraag als volgt:
Ten aanzien van het budgetrecht geldt dat de raad budgetrecht heeft en autoriseert op het niveau van programma’s. Dit betekent dat bij wijziging van het totaal van de lasten en/of de baten van een programma een meerjarige begrotingswijziging (programmawijziging) nodig is, waarvan het eerste jaar voor vaststelling en de latere jaren voor kennisgeving worden aangeboden. Om het aantal begrotingswijzigingen niet al te groot te maken, zijn, overeenkomstig de Financiële Verordening, de volgende grenzen aangegeven:
Begrotingswijzigingen zijn nodig bij:
1. een wijziging die wezenlijke beleidsinhoudelijke gevolgen heeft, of
2. een afwijking die meer bedraagt dan 5% van de lasten of de baten van een programma c.q. over-zicht van algemene dekkingsmiddelen.
Omdat het budget voor de bestrijding van meeuwen beschikbaar is gesteld binnen hetzelfde programma (omgevingskwaliteit) en zelfs op dezelfde kostenplaats is blijven staan, gaat het hier over een collegebevoegdheid. Omdat het budget voor ondergrondse vuilcontainers uit de Nuonmiddelen bekostigd zou moeten worden en er dus geen geld binnen een bestaand programma beschikbaar is gaat het hier over een raadsbevoegdheid.
Bovendien, de ondergrondse vuilcontainers worden in het plan van aanpak genoemd als structurele oplossing. De realisatie van deze interventie is kostbaar en vraagt om een goed afgewogen lange termijn aanpak. Deze aanpak heeft dus wezenlijke beleidsinhoudelijke gevolgen. Het bestrijden van meeuwen met behulp van een valkenier is een maatregel die tijdelijk gebruikt zal worden om daarna aan de hand van een evaluatie te bekijken of deze aanpak bijdraagt aan de bestrijding van meeuwen. Deze maatregel kent dus geen wezenlijke beleidsinhoudelijke gevolgen.
2. Waarom trekt het college voor een periode van 4 jaar maar liefst 640.00 euro uit voor de inzet van valkeniers om meeuwen te verjagen tijdens het vuilnis ophalen, in de wetenschap dat het effect slechts tijdelijk is, aangezien meeuwen snel wennen aan roofvogels?
Tot 2014 wordt in het kader van de bestrijding van meeuwenoverlast gekozen voor een mix aan maatregelen. Het gaat om een combinatie van interventies met een korte en lange(re) termijn effect. Naarmate de aanpak vordert hebben de interventies met lange termijn aanpak steeds meer impact. Interventies met een korte termijn effect, waarvan de verwachting ook is dat sommige hiervan steeds minder effectief worden, kunnen dan gaandeweg minder intensief ingezet worden.
In de beantwoording van vraag 1 worden ondergrondse containers genoemd als structurele oplossing voor het ontstaan van zwerfafval op de lange termijn. Ook wordt aangegeven dat realisatie hiervan complex is en een lange termijn aanpak vraagt. Om het ontstaan van zwerfafval in de tussentijd te beperken wordt gebruik van de gele meeuwbestendige vuilniszak gestimuleerd en wordt de valkenier ingezet om meeuwen van vuilniszakken te verjagen. De laatste methode heeft in Schiedam afgelopen jaar groot effect gehad op het verminderen van zwerfafval. Het is mogelijk dat op de lange duur gewenning optreedt bij de meeuwen maar als dat zo is dan is dit uiteraard een reden om de inzet van de valkenier te beperken of te beëindigen. De hoop is echter dat met deze methode de tijd overbrugt kan worden totdat de meer structurele oplossingen ( zoals ondergrondse containers) zijn gerealiseerd en dus effect hebben.
Het is hierbij dus niet de vraag of bepaalde interventies individueel wel of niet werken op de lange en of korte termijn. Het gaat er om of er door de combinatie van maatregelen positieve effecten zullen optreden.
3. Is het college bekend met de kritiek op het houden van roofvogels vanuit dierenwelzijnskringen, aangezien deze naar hun aard, niet geschikt zijn om gehouden te worden als huisdier, net zo min als andere roofdieren dat zijn? Zo ja, welke afweging heeft het college gemaakt? Zie bijv. de petitie http://petities.nl/petitie/verbod-op-het-houden-en-fokken-van-inheemse-beschermde-roofvogels
Ja, dat is het College bekend. Echter, het gaat om een relatief beperkte periode waarin de roofvogels ingezet zullen worden en het gaat om een experiment. Het uiteindelijke streven is om huisvuilzakken uit het straatbeeld te krijgen. De inzet van valkeniers met roofvogels zal dan niet meer nodig zijn.
In navolging van het succes dat deze maatregel in Schiedam heeft gehad wil Leiden zelf onderzoeken wat het effect van de inzet van roofvogels is op de vermindering van zwerfafval door meeuwen. Daarbij wordt ook het gebruik van de meeuwbestendige vuilniszak gestimuleerd.
Meeuwen zorgen voor zoveel overlast (zie Stadsenquete 2010) dat burgers in toenemende mate zelf (dieronvriendelijke) maatregelen nemen tegen deze dieren, wat het College ook als zeer onwenselijk ervaart. Daarom kiest het College voor het uitvoeren van dit (tijdelijk) experiment.
4. Beseft het college dat het stimuleren van commerciële valkerij effect zal hebben op de handel, kweek en vangst van roofvogels, waarbij de controle op CITES-afspraken niet in alle landen worden nageleefd? Zo ja, hoe beoordeelt het college deze ontwikkeling?
Daar is het College zich van bewust. Bij de keuze voor het bedrijf dat de opdracht zal krijgen is ‘diervriendelijkheid’ een belangrijk criterium. De voorkeur gaat uit naar een bedrijf dat werkt met in Nederland gekweekte vogels. Zoals ook is aangegeven in de (schriftelijke) beantwoording van de rondvraag voor de commissie L&B d.d. 3 februari 2011:
De keuze voor de valkenier wordt in overleg met de Vogelbescherming gemaakt. Van meerdere bedrijven worden offertes opgevraagd. De offertes worden beoordeeld op basis van een aantal gunningscriteria. Dierenwelzijn vormt een belangrijk gunningscriterium. Zoals gezegd zal dit zo veel mogelijk met de Vogelbescherming afgestemd worden. Indien het blijkt dat de vraag naar roofvogels (als huisdier) toeneemt, dan gaan wij over tot gerichte communicatie over de onwenselijkheid van het houden van roofvogels.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Gebruik van imidacloprid in relatie tot bijensterfte
Lees verderAantasting broedgelegenheid bosuil
Lees verder