Schrif­te­lijke Vragen: Gekapte bomen in 2022


Indiendatum: 1 jun. 2023

Eind maart 2023 publiceerde de Bomenbond Rijnland de Bomenkapbalans Leiden 2022[1]. Uit die balans blijkt dat er in 2022 voor ruim 1.100 Leidse bomen een kapvergunning is aangevraagd, waarvan de meeste vergunningen inmiddels zijn verleend. Bij dit aantal is het dunnen en kandelaberen van bomen, en kappen zonder vergunning (soms niet nodig, soms illegaal) niet meegerekend. Het totale aantal gekapte bomen ligt dus nóg hoger. 1.100 gekapte bomen is een bijzonder hoog aantal in vergelijking met voorgaande jaren.

De Partij voor de Dieren is hiervan geschrokken en maakt zich grote zorgen over de gevolgen hiervan voor het groen in onze stad.

Op grond van artikel 45 van het Reglement van Orde stelt het lid Van Schaik (PvdD) het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leiden de volgende vragen over het aantal gekapte bomen in 2022 in Leiden:

  1. Is het college bekend met de Bomenkapbalans 2022 Leiden van Bomenbond Rijnland?
  2. Wat is de reden achter het grote aantal kapvergunningen in 2022? Deelt het college onze zorgen over de grote plotselinge stijging in het jaarlijks aantal gekapte bomen? Zo nee, waarom niet?
  3. Vindt het college dat de gemeente voldoende rekening houdt met de ecologische waarde van bomen en de rol die zij spelen bij het versterken van biodiversiteit, het verbeteren van de luchtkwaliteit en het verminderen van hittestress? Hoe worden deze waarden afgewogen ten opzichte van ruimtelijke ontwikkeling en kosten?
  4. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat het vele jaren duurt voordat jonge aanplant dezelfde ecologische waarde heeft als een oudere boom en daarom zeer terughoudend moet worden omgegaan met de kap van oudere bomen?
  5. Op welke wijze weegt het college kap van bomen af tegen alternatieve oplossingen zoals boombeschermende maatregelen?
  6. Welke maatregelen neemt de gemeente om de illegale kap van bomen in de toekomst te voorkomen?
  7. In het Bomenfonds is bijna € 700.000 gereserveerd voor de compensatie van de gekapte bomen. Hoe gaat de gemeente ervoor zorgen dat deze compensatie ook daadwerkelijk plaatsvindt en dat er voldoende ruimte is om nieuwe bomen te planten?
  8. Verwacht het college dat in 2023 een vergelijkbaar aantal bomen gekapt wordt als in 2022? Zo ja, waardoor wordt dat veroorzaakt?
  9. Is het college bereid om, met een creatieve blik gericht op wat er wél kan, bij toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen nadrukkelijker te kijken naar mogelijkheden om bomen te behouden?

Over 2 casussen uit het rapport van de Bomenbond hebben wij enkele aanvullende vragen.

Casus 1: Willem Klooslaan

Op de Willem Klooslaan is vorig jaar een grote Gewone esdoorn gekapt. Volgens het rapport van de boomtechnisch adviseur had de boom een goede conditie maar had wel een mechanisch zwak punt. Dit zou een veiligheidsrisico kunnen vormen, dat echter met een trekstang of kroonanker kon worden verholpen waardoor “de boom (waarschijnlijk) nog geruime tijd behouden kan worden”[2].

De levensverwachting van een gewone esdoorn is 100 tot 200 jaar, maar kan tot wel 500 jaar oud worden[3]. In de verleende omgevingsvergunning van Willem Klooslaan 10 schrijft het college: “We bestrijden het beeld dat boombehoudende maatregelen de voorkeur zouden moeten hebben. Een esdoorn is een typische pionierssoort die best een aardige leeftijd kan bereiken, maar dat is de uitzondering op de regel. 70 jaar is een keurige levensduur voor een boom in de stad, zeker wanneer deze dergelijke structurele problemen kent[4].”

  1. Hoe moeten wij de kwalificatie ‘keurige levensduur voor een boom in de stad’ interpreteren? Hoe wordt bepaald wat een keurige levensduur is voor een boom?
  2. Waarom besloot het college, ondanks het verstrekte advies dat de boom met enkele maatregelen behouden had kunnen worden, toch tot kap? Spelen financiële overwegingen hier een rol (en zo ja, welke)? Hoe past de beslissing tot kap binnen de bomenverordening om oudere bomen te behouden?
  3. Waarom schrijft het college “Wij bestrijden het beeld dat boombehoudende maatregelen de voorkeur zouden moeten hebben”? Hoe verhoudt deze opvatting zich ten opzichte van de bomenverordening die bomen goede bescherming moet bieden?

Casus 2: Vossiusplein

Bij het Vossiusplein zijn vorig jaar zeven populieren met spoed gekapt. Een regeling voor noodkap bleek in de bomenverordening te ontbreken waardoor niet duidelijk is hoe de besluitvorming daarbij verloopt en het was lastig voor omwonenden om hierover informatie te vinden of op te vragen.

  1. Is het mogelijk om alsnog een regeling over de besluitvorming omtrent noodkap aan de bomenverordening toe te voegen en hiervoor een voorstel te doen aan de raad?
    • Zo ja, is het mogelijk om in deze noodkapregeling ook te kijken naar hoe informatievoorziening richting omwonenden en maatschappelijke organisaties (zoals de Bomenbond) verbeterd kan worden als er wordt overgegaan tot noodkap?
    • Zo nee, waarom niet?


[1] https://www.bomenbondrijnland....

[2] Boomtechnische beoordeling van een gewone esdoorn aan de Willem Klooslaan te Leiden. Rapportage door BoomOntzorging.com, Juli 2022. https://repository.officiele-overheidspublicaties.nl/externebijlagen/exb-2022-68720/1/bijlage/exb-2022-68720.pdf

[3] Boomstichting: https://www.bomenstichting.nl/infotheek-en-faq/informatie-over-bomen/gewone-esdoorn.html; Flora van Nederland: https://www.floravannederland.nl/planten/gewone_esdoorn

[4] Omgevingsvergunning Willem Klooslaan 10, 13 december 2022, Z/22/3436373/7244971OLO

Indiendatum: 1 jun. 2023
Antwoorddatum: 22 aug. 2023

Eind maart 2023 publiceerde de Bomenbond Rijnland de Bomenkapbalans Leiden 2022[1]. Uit die balans blijkt dat er in 2022 voor ruim 1.100 Leidse bomen een kapvergunning is aangevraagd, waarvan de meeste vergunningen inmiddels zijn verleend. Bij dit aantal is het dunnen en kandelaberen van bomen, en kappen zonder vergunning (soms niet nodig, soms illegaal) niet meegerekend. Het totale aantal gekapte bomen ligt dus nóg hoger. 1.100 gekapte bomen is een bijzonder hoog aantal in vergelijking met voorgaande jaren.

De Partij voor de Dieren is hiervan geschrokken en maakt zich grote zorgen over de gevolgen hiervan voor het groen in onze stad.

Op grond van artikel 45 van het Reglement van Orde stelt het lid Van Schaik (PvdD) het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leiden de volgende vragen over het aantal gekapte bomen in 2022 in Leiden:

1. Is het college bekend met de Bomenkapbalans 2022 Leiden van Bomenbond Rijnland?

Antwoord:

Ja, het college is hier van op de hoogte. De Bomenkapbalans is echter niet aan de orde gekomen in het periodieke overleg met de bomenbond Rijnland de afgelopen maanden.

2. Wat is de reden achter het grote aantal kapvergunningen in 2022? Deelt het college onze zorgen over de grote plotselinge stijging in het jaarlijks aantal gekapte bomen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:

Het college heeft begrip voor het gevoel van de Partij voor de Dieren, maar deelt de zorg niet. Dit heeft de volgende redenen:

Van belang om op te merken is in de eerste plaats dat kapvergunningen altijd gepaard gaan met compensatieplicht, zodat het bomenbestand intact blijft. In menig geval is de compensatieaanplant in aantallen zelfs groter dan de kap en groeit het aantal bomen, nog los van aanvullende inspanningen om extra bomen te planten in parken, projecten, wijken en op straatniveau.

Meer dan 67.000 bomen heeft de gemeente Leiden in beheer. De gemiddelde eindleeftijd van bomen in het stedelijk gebied is 40 jaar. Gemiddeld moet dus 1/40 deel van de bomen worden vervangen per jaar, wat neer komt op gemiddeld: 67000x1/40= 1675 bomen. Vergeleken met dit gemiddelde aantal, vindt het college een aantal van 1100 acceptabel – wetende dat deze bomen volwaardig worden gecompenseerd, geregeld zelfs in hogere aantallen.

Tel daarbij op dat sinds de Bomenverordening van 2021 (onderdeel van de Verordening fysieke leefomgeving) ook waardevolle particuliere bomen vergunningsplichtig zijn geworden en dat we een achterstand hebben weg te werken omdat het in de vorige Bomenverordening onmogelijk was kwarrende (zieke) bomen te vervangen door gezonde, levensvatbare exemplaren.

Maar wellicht meest belangwekkend: kapvergunningen vloeien in hoofdlijn voort uit besluiten van de raad, waarbij de gemeenteraad het algemeen belang reeds heeft gewogen en in die weging een ander doel (bijvoorbeeld woningbouw, verkeersveiligheid, verduurzaming, etc.) zwaarder heeft laten wegen dan behoud van bestaande bomen (mits deze worden volwaardig gecompenseerd, zie hierboven). Het college is gehouden aan de besluiten van de raad en handelt conform.

3. Vindt het college dat de gemeente voldoende rekening houdt met de ecologische waarde van bomen en de rol die zij spelen bij het versterken van biodiversiteit, het verbeteren van de luchtkwaliteit en het verminderen van hittestress? Hoe worden deze waarden afgewogen ten opzichte van ruimtelijke ontwikkeling en kosten?

Antwoord:

Ja, het college vindt dat voldoende rekening wordt gehouden met de ecologische waarde bij de aanplant van nieuwe bomen. Een van de hoofddoelen van de Bomenverordening van 2021 (onderdeel van de Verordening fysieke leefomgeving) is juist het versterken van de ecologische kwaliteit van het bomenbestand. De keuze voor nieuwe bomen gaat in overleg tussen o.a. ontwerpers, ecologen en boombeheerders. Het register ecologische bomen blijkt een sterk middel om ecologie bij de aanplant en behoud van bomen extra aandacht te geven. Verder maakt de gemeente een afweging op basis van andere aspecten als ruimte in de ondergrond, fysieke plek in de openbare ruimte, informatie uit hittestresskaarten e.d.. Uiteindelijk ligt de weging van het algemeen belang als het gaat om zaken als woningbouw, verduurzaming van wijken en grote verkeersprojecten in de regel bij de raad, zie ook het antwoord op vraag 2.

4. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat het vele jaren duurt voordat jonge aanplant dezelfde ecologische waarde heeft als een oudere boom en daarom zeer terughoudend moet worden omgegaan met de kap van oudere bomen?

Antwoord:

Het college is bekend met het feit dat oude bomen een andere ecologische waarde hebben dan jonge aanplant. Het is echter niet zo dat alleen oudere bomen ecologische waarde hebben.

Jonge bomen groeien snel, nemen relatief veel CO2 op en zijn heel interessant voor insecten en vogels. Hoe spijtig het ook is, er zijn verschillende redenen waarom we afscheid moeten nemen van bomen. Ook bij bomen geldt dat ouderdom komt met gebreken. Veel bomen zijn na verloop van tijd gewoon op en dragen als zij staan te kwarren of afsterven verminderd bij qua ecologie. Ze dragen geen vruchten, bloeien beperkt, of helemaal niet. Ze doen zo niets voor bestuivers. Het weinige blad kan bladminerende insecten niet van voeding voorzien etc.. Staand dood hout is waardevol voor allerlei insecten maar is in een stad ook risicovol vanuit veiligheid bezien.

Instabiele en in verval zijnde bomen vormen vaak een gevaar en een onevenredig grote kostenpost ten opzichte van hun bijdrage voor klimaatadaptatie en biodiversiteit. Waar het kan behouden we deze exemplaren, maar dit is niet altijd en niet overal mogelijk of gewenst. Het is op dit vlak altijd zoeken naar een balans in een stad die in ontwikkeling is en ecologie. Daarnaast zijn er natuurlijk bomen zoals de paardenkastanjes en platanen die weinig ecologische relaties hebben (vogels en insecten maken weinig gebruik van deze bomen) en ook op latere leeftijd weinig bijdragen. Het college koestert onze oudere bomen en wil hier goed voor zorgen. Maar juist ook gefaseerd verjongen maakt het bomenbestand vitaal.

5. Op welke wijze weegt het college kap van bomen af tegen alternatieve oplossingen zoals boombeschermende maatregelen?

Antwoord:

Voor bomen zijn na afkeuring soms boombeschermende maatregelen mogelijk waardoor de boom (langer) behouden kan blijven. De afweging die we hier in maken zijn afhankelijk van de specifieke situatie. Boombeschermende maatregelen vergen investeringen die dienen op te wegen tegen de levensverlengende werking van de maatregel. Dat is helaas niet per definitie het geval. Herplant geeft dan meer zekerheid voor het behoud van boomwaarde op een locatie.

6. Welke maatregelen neemt de gemeente om de illegale kap van bomen in de toekomst te voorkomen?

Antwoord:

Zie hiervoor de daartoe relevante artikelen in de Verordening voor de Fysieke leefomgeving: Artikel 7.1.2.2. Strafbepaling bomen, en de daarin genoemde artikelen 3.6.1.2 tot en met artikel 3.6.1.6, en artikel 3.6.1.11 tweede lid.

Daarnaast heeft toezicht en handhaving op kapvergunningen, illegale kap, met aandacht voor bomen op / in de directe omgeving van bouwplaatsen, de hoogste prioriteit gekregen in het Beleidsplan Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) Gemeente Leiden 2023-2027.

7. In het Bomenfonds is bijna € 700.000 gereserveerd voor de compensatie van de gekapte bomen. Hoe gaat de gemeente ervoor zorgen dat deze compensatie ook daadwerkelijk plaatsvindt en dat er voldoende ruimte is om nieuwe bomen te planten?

Antwoord:

Op het bestemmingsvoorstel jaarrekening staat nu zo’n €650.000 voor de reserve bomenfonds. Op dit moment zijn al meerdere bedragen gereserveerd voor projecten waar extra bomen en ecologisch waardevol groen wordt gerealiseerd. De gemeente ontwikkelt plannen om nieuwe bomen te planten. Bijvoorbeeld in het 50 bomenplan. Ook bij wijkvernieuwingen en andere ruimtelijke plannen waar ruimte blijkt voor extra bomen en aanvullend ecologisch waardevol groen, wordt een beroep gedaan op de reserve bomenfonds. Uitgangspunt is dat we zoveel mogelijk nieuwe bomen toevoegen. Zo’n 190.000 euro in de reserve heeft nu nog geen bestemming. We verwachten ook dit bedrag in de komende jaren te kunnen besteden aan extra bomen.

8. Verwacht het college dat in 2023 een vergelijkbaar aantal bomen gekapt wordt als in 2022? Zo ja, waardoor wordt dat veroorzaakt?

Antwoord:

Daar kunnen we onmogelijk op voorhand een uitspraak over doen. Zie antwoord bij vraag 2.

9. Is het college bereid om, met een creatieve blik gericht op wat er wél kan, bij toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen nadrukkelijker te kijken naar mogelijkheden om bomen te behouden?

Antwoord:

Behoud van bestaande bomen is altijd het ontwerpuitgangspunt. De raad heeft dit op meerdere momenten bekrachtigd en het college handelt conform die uitspraak. In een dichtbevolkte stad waar vele belangen samenkomen is het echter altijd zoeken naar een balans tussen het versterken van ecologische waarden, klimaatadaptatie en verstedelijking. Daarnaast kunnen bomen kwarren en/of afsterven. Hoe spijtig ook, het is niet op voorhand uit te sluiten dat er bomen gekapt moet worden. Een vitaal bomenbestand bevat naar onze mening zowel oude bomen als jonge, vitale bomen met een hoge ecologische waardering. Uw raad mag er vanzelfsprekend vanuit gaan dat deze afwegingen zorgvuldig worden gemaakt en dat het college uiteraard zoveel mogelijk wil behouden.

Over 2 casussen uit het rapport van de Bomenbond hebben wij enkele aanvullende vragen.

Casus 1: Willem Klooslaan

Op de Willem Klooslaan is vorig jaar een grote Gewone esdoorn gekapt. Volgens het rapport van de boomtechnisch adviseur had de boom een goede conditie maar had wel een mechanisch zwak punt. Dit zou een veiligheidsrisico kunnen vormen, dat echter met een trekstang of kroonanker kon worden verholpen waardoor “de boom (waarschijnlijk) nog geruime tijd behouden kan worden”[2].

De levensverwachting van een gewone esdoorn is 100 tot 200 jaar, maar kan tot wel 500 jaar oud worden[3]. In de verleende omgevingsvergunning van Willem Klooslaan 10 schrijft het college: “We bestrijden het beeld dat boombehoudende maatregelen de voorkeur zouden moeten hebben. Een esdoorn is een typische pionierssoort die best een aardige leeftijd kan bereiken, maar dat is de uitzondering op de regel. 70 jaar is een keurige levensduur voor een boom in de stad, zeker wanneer deze dergelijke structurele problemen kent[4].”

10. Hoe moeten wij de kwalificatie ‘keurige levensduur voor een boom in de stad’ interpreteren? Hoe wordt bepaald wat een keurige levensduur is voor een boom?

Antwoord:

Zie het antwoord bij vraag 2. De levensverwachting van 100 tot 200 jaar in het stedelijk gebied is in de regel een grote uitzondering. Dat kan alleen worden gehaald bij zeer goede omstandigheden zoals in Het Plantsoen, begraafplaats Groenesteeg en bv op de Burcht. Ook daar zijn dergelijke leeftijden uitzonderlijk. Er zijn voor zover bekend in heel Nederland geen Esdoorns van 500 jaar oud. Meer dan 200 jaar oud is eveneens een zeer grote uitzondering, als die al bestaan. Dit soort leeftijden zijn moeilijk haalbaar op het bodemtype van Leiden, zeker door bomen die dergelijk grote structurele problemen kennen.

In ons “Beleidskader met afwegingen voor de aanwijzing en bescherming bomen Leiden 2021” wordt een ambitieleeftijd van 30 tot 60 jaar genoemd. 70 jaar is daar ruim aan voorbij. Vandaar de typering keurig.

In het advies is verder geschreven

  • De boom is eigenlijk 1 grote plakoksel. De mechanische zwakte is ernstig. Het bewegen van de scheur duidt op acute instabiliteit.
  • De boom heeft daardoor een sterk verminderde levensverwachting van minder dan 5 jaar. Ondanks dat hij met noodgrepen en innemen van de kroon nog een aantal jaren behouden had kunnen blijven is van duurzaam behoud met vergelijkbare beeldkwaliteit en ecologische waarde geen sprake. Herplant herstelt het beeld en de ecologische waarde wel.
  • het compensatieplan voorziet in herplant van een Beuk aanplant van met vergelijkbare ecologische waarde(3), die naast insecten ook vogelsoorten ondersteunen en is een impuls voor de biodiversiteit en klimaatadaptatie in vergelijking met de bestaande situatie. De gekozen boomsoort is passend bij dit landschap.

Advies in het rapport van boomontzorging:

  • Advies:
    Om het gevaar voor de omgeving weg te nemen zijn er drie opties:
    1. De boom kappen < 1 maand. De boom is mechanisch ernstig verzwakt en zal nooit van de plakoksel herstellen. Herplant is hier mogelijk in najaar 2022.
    2. De kroon rondom innemen en een dynamisch kroonanker aanbrengen < 1 maand. Het innemen van de kroon dient om de kroonmassa en windbelasting te reduceren. Daarmee wordt de nu mooie en symmetrische boom wel in zijn aangezicht aangetast. Het dynamische (kunststof) kroonanker dient ervoor om in geval van het bezwijken van de boom te voorkomen dat er zware delen op de weg of het gazon terecht komen. Het kroonanker dient een breeksterkte van tenminste 4 ton te hebben. Doorgaans zou een met een dynamisch kroonanker verankerde boom met een zelfde soort zware plakoksel, een kapadvies krijgen op het moment dat het plakoksel gaat wijken. Het is daarmee dus de vraag of het wenselijk is om een dergelijk mechanisch verzwakte boom in de openbare ruimte te behouden.
    3. Aanbrengen van ouderwetse ‘trekstangen’ in de stam om de twee stamhelften te fixeren. Daarvoor zouden over de lengte van de plakoksel verdeeld, drie trekstangen (draadeind) van 20 mm dik door de stam heen aangebracht moeten worden. Daarmee worden de wijkende stamhelften aan elkaar gefixeerd en kan de boom (waarschijnlijk) nog geruime tijd behouden worden. Eventueel kan daarbij ook als extra borg een dynamisch kroonanker in de kroon aangebracht worden. Uitvoeringstermijn: < 1 maand.
    Het college werd geconfronteerd met een boom waarvoor directe ingreep noodzakelijk was om de veiligheid van omwonenden te garanderen. Het eerste advies is nadrukkelijk om de boom te kappen. Dan volgen 2 meer theoretische mogelijkheden die de levensduur van de boom mogelijk kunnen verlengen. Waarbij ook geldt dat deze op zeer korte termijn moeten worden gerealiseerd voor de veiligheid. Daarnaast moet voor deze maatregel de boom ook nog eens flink worden verminkt om de windbelasting direct terug te brengen.
    Geen van de opties is bevredigend voor het duurzaam behoud van de boom. Met herplant ziet het college sneller een herstel van boomwaarde dan deze ingrepen. Daarbij zijn de ingrepen duur, vergen monitoring en geven geen uitzicht op blijvend herstel. Daarbij zit ook een afweging of de maatregelen standhouden in een park als dit. Vandalisme naar bomen komt voor.
    Kunstgrepen als deze nodigen daar toe uit (klimmen en hangen aan de stangen).

11. Waarom besloot het college, ondanks het verstrekte advies dat de boom met enkele maatregelen behouden had kunnen worden, toch tot kap? Spelen financiële overwegingen hier een rol (en zo ja, welke)? Hoe past de beslissing tot kap binnen de bomenverordening om oudere bomen te behouden?

Antwoord:

Zie beantwoording bij vraag 10. Gevaarlijke bomen waar geen mogelijkheid tot duurzaam behoud bestaat kunnen binnen de Verordening fysieke leefomgeving (onderdeel Bomen) worden gekapt. Zoals hierboven staat vermeld was het eerste advies om de boom op korte termijn te kappen.

12. Waarom schrijft het college “Wij bestrijden het beeld dat boombehoudende maatregelen de voorkeur zouden moeten hebben”? Hoe verhoudt deze opvatting zich ten opzichte van de bomenverordening die bomen goede bescherming moet bieden?

Antwoord:

Deze uitspraak heeft betrekking op specifiek deze casus, zoals het college bij elke vergunning gedetailleerd en met veel aandacht de specifieke omstandigheden van een casus op zijn merites beoordeelt. Deze uitspraak kan dan ook niet zondermeer geëxtrapoleerd worden. Elke casus verdient zijn eigen afweging, in het belang van de boom en de omgeving waarin deze staat. In algemene zin kan worden gezegd dat er een groot pakket aan maatregelen is dat je kunt nemen om bomen te behouden. Dat deze mogelijkheden bestaan betekent niet gelijk dat deze ook duurzaam zijn of de functionaliteit van de boom behoud. Zo moet de kroon vaak sterk worden ingenomen en het verwerken van bv. staal in een boom heeft een zeker milieueffect en moet jaarlijks worden onderhouden. Daarbij hoort herplant van bomen bij het overall gezond houden van ons bomenbestand.

Casus 2: Vossiusplein

Bij het Vossiusplein zijn vorig jaar zeven populieren met spoed gekapt. Een regeling voor noodkap bleek in de bomenverordening te ontbreken waardoor niet duidelijk is hoe de besluitvorming daarbij verloopt en het was lastig voor omwonenden om hierover informatie te vinden of op te vragen.

13. Is het mogelijk om alsnog een regeling over de besluitvorming omtrent noodkap aan de bomenverordening toe te voegen en hiervoor een voorstel te doen aan de raad?

13.1 Zo ja, is het mogelijk om in deze noodkapregeling ook te kijken naar hoe informatievoorziening richting omwonenden en maatschappelijke organisaties (zoals de Bomenbond) verbeterd kan worden als er wordt overgegaan tot noodkap?

13.2 Zo nee, waarom niet?

Antwoord:

Ja, het college komt hiervoor met een voorstel in de herziening van de Verordening voor de Fysieke leefomgeving onderdeel houtopstanden (waaronder bomen). Bij acuut gevaar zal informeren soms pas achteraf mogelijk zijn. Over deze regeling hebben we uitgebreid gesproken met de BBR.

[1] https://www.bomenbondrijnland....

[2] Boomtechnische beoordeling van een gewone esdoorn aan de Willem Klooslaan te Leiden. Rapportage door BoomOntzorging.com, Juli 2022. https://repository.officiele-overheidspublicaties.nl/externebijlagen/exb-2022-68720/1/bijlage/exb-2022-68720.pdf

[3] Boomstichting: https://www.bomenstichting.nl/infotheek-en-faq/informatie-over-bomen/gewone-esdoorn.html; Flora van Nederland: https://www.floravannederland.nl/planten/gewone_esdoorn

[4] Omgevingsvergunning Willem Klooslaan 10, 13 december 2022, Z/22/3436373/7244971OLO

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Schriftelijke Vragen: Leiden Praat! - de aanpak van racisme en discriminatie

Lees verder

Schriftelijke Vragen: Langste visreservaat van Nederland

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer