Schriftelijke Vragen Illegale jacht op duiven
Indiendatum: okt. 2018
De Partij voor de Dieren heeft foto’s ontvangen waaruit blijkt dat er op duiven gejaagd wordt in Leiden. De foto’s dateren van 26 september 2018 en op die datum zijn tweemaal achter elkaar duiven gevangen met een vangnet, op het Kooiplein. De gevangen duiven werden vervolgens afgevoerd in een busje. Getuigen meldden daarnaast dat 1 of 2 weken voor de bewuste 26 september ook al duiven op vergelijkbare wijze (en waarschijnlijk door dezelfde partij) werden gevangen. Helaas is van die eerdere vangactie geen beeldmateriaal beschikbaar.
Algemeen: De Wet natuurbescherming is de Nederlandse wet die de bescherming van natuurgebieden, soorten en bos regelt. De wet is vanaf 1 januari 2017 van kracht. De wet vervangt drie wetten: de Natuurbeschermingswet 1998, de Boswet en de Flora- en Faunawet. De wet regelt de bescherming van de in het kader van Europees natuurbeleid aangewezen Natura 2000-gebieden en regelt ook de bescherming van planten- en diersoorten.
In de wet is een lijst opgenomen van beschermde soorten. Om diverse redenen (zoals schade aan gewassen of andere soorten of overlast) kunnen de rijksoverheid en de provincie een vrijstelling verlenen voor soorten, die daarmee niet beschermd zijn. Ook kan de provincie ontheffingen verlenen voor werkzaamheden die soorten kunnen schaden. De gemeente heeft geen bevoegdheid om deze vrijstellingen en ontheffingen af te geven.
Volgens de landelijke wet natuurbescherming (Wnb) mogen beschermde soorten niet verstoord, verjaagd of gedood worden. Alle vogelsoorten zijn in beginsel beschermd vanuit de Wnb. Voor de houtduif en de verwilderde rotsduif/ stadsduif is een landelijke cq provinciale vrijstelling verleend op de Wet Natuurbescherming. Dat betekent dat deze soorten gevangen en gedood mogen worden, mits dit wordt geregistreerd door een ingeschreven lid bij de betreffende faunabeheereenheid. Ook dient voor de werkzaamheden een ontheffing te zijn verleend door het bevoegd gezag (de provincie Zuid Holland).
Op grond van artikel 45 van het Reglement van Orde stelt de Partij voor de Dieren de volgende vragen aan het college:
1. Is het college bekend met het feit dat deze vorm van jacht voorkomt op haar grondgebied?
Antwoord: Nee.
2. Heeft de gemeente Leiden in het kader van schade- of overlastbestrijding een vergunning/ opdracht voor deze jacht op stadsduiven verleend? Zo ja:
• Om welke schade/ overlast gaat het?
• Aan welke organisatie is de eventuele vergunning verleend?
• Zijn er ook andere instanties bevoegd voor het verlenen van jachtopdrachten in Leiden (bijv. de provincie)?
Antwoord: Nee, de gemeente heeft hier geen opdracht of vergunning voor (af)gegeven. Vrijstellingen en ontheffingen voor verstoring van beschermde diersoorten worden door het rijk en door de provincie Zuid Holland verleend. Gemeenten hebben hierin geen rol.
3. Klopt het dat Leiden in het werkgebied van faunabeheereenheid Duin- en Bollenstreek valt ? Zo ja:
• Is deze FBE ook daadwerkelijk actief in Leiden?
• Bestaan er (werk)afspraken tussen de FBE en de gemeente en zo ja, welke?
• Kan een FBE in Leiden actief zijn, zonder medeweten van de gemeente zelf (bijv. in opdracht van een andere bevoegde instantie)?
Antwoord:
a. Voorheen viel slechts een gedeelte van Leiden binnen het werkgebied van de faunabeheereenheid Duin- en Bollenstreek. Het Kooiplein viel buiten het werkgebied. Door het vaststellen van de provinciale verordening ‘Uitvoering Wet Natuurbescherming Zuid Holland’ valt Leiden met ingang van 1 januari 2017 volledig binnen het werkgebied van de faunabeheereenheid Zuid Holland.
b. Er zijn geen werkafspraken tussen de gemeente en de faunabeheereenheid Duin- en Bollenstreek.
c. De faunabeheereenheden zijn op grond van de verordening ‘Uitvoering Wet Natuurbescherming Zuid Holland’ actief in de gemeente Leiden op basis van provinciaal en landelijk beleid.
Volgens de Partij voor de Dieren is de jacht op deze duiven in Leiden illegaal. Immers, bij de evaluatie van de Leidse dierenwelzijnsnota in 2016 heeft het college onomwonden gesteld dat jacht op Leids grondgebied niet is toegestaan.
4. Kan het college bevestigen dat jacht op Leids grondgebied niet toegestaan is?
Antwoord: Nee, dit kan het college niet bevestigen. Zodra voor soorten een vrijstelling is verleend, voor de verstorende werkzaamheden een ontheffing is verleend en de partij de juiste registraties heeft, kunnen deze soorten worden verstoord, gevangen en/ of gedood. Met de wijziging van het werkterrein van de faunabeheereenheid is dit ook in Leiden mogelijk. Of het bedrijf dat de dieren heeft weggevangen in het bezit is van een ontheffing wordt onderzocht door de politie en de omgevingsdienst Haaglanden.
5. Is het mogelijk om dit jachtverbod op Leids grondgebied te bekrachtigen in de APV?
• Zo nee, waarom niet?
• Zo ja, is het college bereid om een jachtverbod op te nemen in de APV? En is zij in dat geval ook bereid om meer bekendheid aan het jachtverbod te geven?
Antwoord: Het uitoefenen van het Jachtrecht is bij hogere regelgeving in de Wet natuurbescherming geregeld. De gemeente kan aanvullende regels in de APV opnemen voor activiteiten die op het grondgebied van de gemeente Leiden plaatsvinden zodra de openbare orde in het geding is.
N.B. Het college is voorstander van het zo veel mogelijk voorkomen van overlast en het ongeschikt maken van het leefgebied van overlastgevende soorten. Het wegvangen van dieren beperkt de overlast doorgaans slechts tijdelijk. Omdat veel vogels afkomen op het eten dat in de stad beschikbaar is, is in de huidige APV een voederverbod opgenomen voor aan te wijzen locaties (artikel 2:61). Het college bereidt een aanwijzingsbesluit voor diverse plekken in Leiden om overlast aan de voorkant te beperken. Naast het voederverbod is in artikel 2:63 is regelgeving opgenomen over het ophokken van duiven.
6. Hoe beoordeelt het college de jachtpraktijk die op de foto’s te zien is? Vindt het college het wenselijk dat er op Leids grondgebied gejaagd wordt? En zo ja, waarom?
Antwoord: de jachtpraktijk op de foto’s beoordeelt het college als onwenselijk. Het college zet bij voorkeur in op het nemen van preventieve maatregelen om overlast langdurig en duurzaam te beperken. Voorbeelden van preventieve maatregelen zijn het wegnemen van de voedselvoorziening en nestgelegenheid of het aanbrengen van vogelwerende voorzieningen.
7. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat hier sprake is van illegale jacht? Zo nee, op basis van welke wet- en regelgeving zijn de op de foto getoonde jachtpraktijken toegestaan?
Antwoord: Omdat het onduidelijk is of er een ontheffing is verleend, kan het college dit niet beoordelen. Zie ook het antwoord op vraag 4.
8. Welke maatregelen kan het college te nemen tegen deze wrede jachtpraktijken?
Antwoord: Het college kan voederen op bepaalde plekken verbieden op grond van de APV. In theorie zou de raad een jachtverbod kunnen laten opnemen in de APV. Daar ziet het college op dit moment geen aanleiding toe. Het college is niet van mening dat overlastbestrijding de openbare orde in het geding brengt. Zie ook het antwoord op vraag 5.
9. Is het college, net als de Partij voor de Dieren, bereid om aangifte te doen wegens illegale jacht?
Antwoord: zie het antwoord op vraag 7
Martine van Schaik - Partij voor de Dieren
Lianne Raat - Partij voor de Dieren
Aanvullende vragen gesteld op 29 oktober 2018
Schriftelijke vragen aan het College van Burgemeester en Wethouders van het raadslid Van Schaik (PvdD) aanvullende vragen over de illegale jacht op duiven (ingekomen 29 oktober 2018)
Antwoord van Burgemeester en Wethouders (ingezonden 8-2-2018):
Op maandag 22 oktober 2018 stelde de Partij voor de Dieren schriftelijke vragen over illegale jacht op stadsduiven op het Kooiplein. De Partij voor de Dieren heeft contact met de Dierenpolitie en inmiddels wordt een formele aangifte wegens illegale jacht onderzocht.
Sinds het indienen van de schriftelijke vragen op 22 oktober is er aanvullende informatie naar buiten gekomen.
Zo blijkt dat de winkeliers rond het Kooiplein overlast van duiven ervaren en dat Duke Faunabeheer de duiven heeft gevangen. Duke Faunabeheer heeft in een interview laten weten dat alle gevangen duiven worden gedood .
Daarnaast werd duidelijk dat de winkeliersvereniging enkele jaren geleden contact heeft gezocht met de gemeente Leiden en hulp heeft gevraagd bij het oplossen van de ervaren overlast. Toen zou de gemeente hebben gesteld dat de winkeliers het zelf moesten regelen.
De ervaren overlast van duiven wordt waarschijnlijk veroorzaakt door het veelvuldig bijvoeren van duiven op het Kooiplein door het publiek. De Partij voor de Dieren is in gesprek gegaan met de winkeliers aan het Kooiplein om te zoeken naar diervriendelijke manieren om de ervaren overlast te geven te gaan. Ideeën die gedeeld werden zijn bijvoorbeeld:
- het plaatsen van een verbodsbord (dit kan de winkeliers en omwonenden ondersteunen bij het aanspreken van het publiek als duiven worden gevoerd)
- het geven van informatie aan publiek over de negatieve effecten van het voeren van duiven (veel mensen hebben het idee dat ze in het belang van de dieren handelen als ze dieren bijvoeren)
- het direct aanspreken van publiek dat duiven voert.
De Partij voor de Dieren stelt hierover de volgende aanvullende schriftelijke vragen aan het college:
1. Is het college ervan op de hoogte dat de winkeliers aan het Kooiplein enkele jaren geleden al om hulp hebben gevraagd aan de gemeente bij het oplossen van de ervaren overlast door duiven?
Antwoord: Ja, de gemeente heeft zeven jaar geleden contact gehad met de winkeliersvereniging over de overlast en de winkeliersvereniging aangegeven geen dieren weg te vangen in het kader van overlastbestrijding.
2. Is het college bereid om een ‘verboden te voeren’ bord te plaatsen op het Kooiplein? Zo ja, op welke termijn kan dit gerealiseerd worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: In artikel 2:61, lid 2 staat dat het college voor nader te bepalen locaties en perioden een verbod kan opstellen om dieren te voeren. Het Kooiplein is niet aangewezen als locatie waar voederen verboden is. Door middel van een aanwijzingsbesluit zal het Kooiplein, samen met andere overlastlocaties worden aangewezen als locatie waar voederen verboden is. Dit zal gecommuniceerd worden via de stadskrant en plaatselijk met bebording worden aangegeven.
3. Is het college bereid om de winkeliers te ondersteunen met een publiekscampagne over de gevolgen van het voeren van dieren? Zo ja, op welke termijn kan dit gerealiseerd worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: Het college communiceert op korte termijn over de gevolgen van het voeren van dieren via de geëigende kanalen, zoals de stadskrant. Daarnaast is het college bereid om een publiekscampagne van derden te ondersteunen. Het college betrekt daar bij voorkeur stadspartners, zoals winkeliers- en bewonersverenigingen, religieuze organisaties vogel- en dierenasiel en de dierenbescherming bij.
4. Wat is het huidige beleid van de gemeente als ondernemers of burgers aankloppen bij de gemeente met de vraag om hulp bij het oplossen van ervaren overlast door dieren? Is het college bereid om in gesprek te gaan met de winkeliers aan het Kooiplein en eventuele miscommunicatie recht te zetten?
Antwoord: De gemeente heeft via de wijkregisseur contact met de winkeliersvereniging. Het beleid is op dit moment gericht op het wegnemen van de overlast, zoals extra reinigingen van straten en pleinen. Voor de overlast van meeuwen heeft de gemeente een onderzoeksontheffing om eieren te schudden en te verwisselen. Dit onderzoek zal binnenkort geëvalueerd worden, waarbij met name aandacht zal zijn voor de preventie van overlast.
Indiendatum:
okt. 2018
Antwoorddatum: 8 feb. 2019
De antwoorden staan vermeld bij de vragen.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Schriftelijke Vragen Vervolg Begrazing Cronesteijn
Lees verderSchriftelijke Vragen Opnieuw verstoring vogelnest door werkzaamheden
Lees verder