Schriftelijke Vragen: Segregatie in het onderwijs
Indiendatum: 11 nov. 2021
Een wetswijziging uit 2014 in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs schrijft voor dat ouders hun kinderen niet mogen inschrijven voor het derde levensjaar.1 In de gemeente Utrecht wordt deze wet omzeild, doordat kinderen op tientallen scholen in Utrecht alsnog voor driejarige leeftijd op schaduwlijsten kunnen worden ingeschreven en vervolgens automatisch worden geplaatst. Kennis van deze schaduwlijsten in Utrecht is meestal alleen bekend bij hoogopgeleide autochtone ouders.
Op grond van artikel 45 van het Reglement van Orde stellen de leden van Schaik, Rowaan, van Walraven, Güler en Anandkoemar het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leiden de volgende vragen ter verduidelijking van segregatie in het onderwijs in Leidse context:
1. A)Wat verstaat het college onder een ‘zwarte’ en een ‘witte’ school?
B) Hoeveel scholen in Leiden vallen onder de definitie van het college van ‘zwarte’ school en van ‘witte’ school?
C) Hoeveel kinderen zitten er op een zwarte school in Leiden, vergeleken met het aantal kinderen op een witte school in Leiden?
D) Wat is de gemiddelde groepsgrootte op een witte en op een zwarte school in Leiden?
A) Antwoord: Het college denkt niet in de termen ‘zwarte’ en ‘witte’ scholen; deze terminologie wordt niet gebruikt. Wel kan benoemd worden dat de gemeente Leiden een aantal onderwijskansenscholen kent: scholen waarbij een schoolspecifieke aanpak van het onderwijskansenbeleid wordt gehanteerd. Onderwijskansenscholen kunnen, gebruik makende van de terminologie uit de vraag, zowel ‘zwarte’ als ‘witte’ scholen zijn. De term ‘onderwijskansenschool’ is gebaseerd op de ondersteuningsvragen met betrekking tot de leerlingen. Er zijn verschillende factoren die een rol spelen in het ontstaan van kansen(on)gelijkheid in het onderwijs. In Leiden is het gelijke kansenbeleid gebaseerd op de aanvullende behoeften van de kinderen. Opleidingsniveau en
sociaal-economische status van de ouders, en andere gezinskenmerken zijn bijvoorbeeld factoren die worden meegenomen in het gelijke kansenbeleid.
B) Antwoord: Zoals in het vorige antwoord benoemd, hanteert het college de termen/definitie ‘zwarte’ en ‘witte’ scholen niet. Voortbordurend op het antwoord inzake de vorige vraag heeft Leiden in totaal 8 scholen die worden aangemerkt als onderwijskansenscholen. Deze scholen zijn verspreid over verschillende wijken in de stad. Vier onderwijskansenscholen vallen onder SCOL, drie vallen onder Stichting PROO en één onder Stichting Noor. Deze scholen zijn verdeeld over drie besturen. Het begrip onderwijskansenscholen is erg dynamisch. Door corona is gebleken dat niet alleen de aangemerkte onderwijskansenscholen te maken hebben met ondersteuningsvragen op het gebied van verschillende ontwikkelingsfactoren; ook scholen die niet onder de term ‘onderwijskansenschool’ vallen hebben een beroep gedaan op extra ondersteuning. In het kader van het NPO (Nationaal Programma Onderwijs) zijn er gesprekken geweest met bestuurders van alle scholen in Leiden. Tijdens deze gesprekken is per (cluster)school gekeken naar wat er op dit moment speelt en welke uitdagingen er zijn.
C) Antwoord: Zie de antwoorden op de vragen A en B. Deze vraag kan het college niet beantwoorden.
D) Antwoord: Ook hier: het college kan deze vraag niet beantwoorden. Wel benoemt het college dat de groepsgrootte in een school afhankelijk is van het beleid en de verdeling van de eigen middelen van een school. Dit is een keuze van het betreffende schoolbestuur. Daarnaast hangt de groepsgrootte ook af van het aantal leerlingen op een school. Een kleine (onderwijskansen)school heeft automatisch kleinere klassen, onafhankelijk van de keuze van de school om kleine groepen als beleid door te voeren.
2. Is het college bekend met het fenomeen ‘schaduwlijsten’?
Antwoord: Het college kent deze term niet vanuit de dagelijkse praktijk in Leiden. Het is wel bekend met de term ‘schaduwlijsten’.
3. Komen deze schaduwlijsten, voor zover het college weet, ook voor in Leiden? Zo nee, Is het college bereid onderzoek te laten doen naar het bestaan van deze schaduwlijsten op Leidse basisscholen? Zo ja, weet het college op welke scholen schaduwlijsten bijgehouden worden? Weet het college hoeveel vroege inschrijvingen er per school die met schaduwlijsten werkt, zijn?
Antwoord: Het college ontvangt geen signalen over ‘schaduwlijsten’ op Leidse bassischolen. Ouders bellen wel regelmatig over het aanmeldproces. Dit gaat vaak over het niet toegelaten (kunnen) worden op bepaalde scholen omdat deze al vol zitten.
4. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens, dat dit soort schaduwlijsten uiterst onwenselijk is?
a. Zo ja, hoe kan het college voorkomen dat dit soort schaduwlijsten in Leiden ontstaan? Hoe kunnen eventuele bestaande schaduwlijsten, opgeheven worden?
Antwoord: Het college is het eens met de vragenstellers dat dit soort ‘schaduwlijsten’ uiterst onwenselijk zijn. Hoewel de gemeente geen formele rol heeft in het aanmeldings- en toelatingsproces van de scholen – dit is namelijk aan het schoolbestuur- staat de gemeente hier wel in nauw contact met hen over. Het is niet voor niets dat de gemeente het initiatief heeft genomen om in Leiden met alle schoolbesturen het protocol aanmelding primair onderwijs Leiden op te stellen. In dit protocol staat dat ouders hun kind kunnen aanmelden bij de school met de leeftijd van 3 jaar. Ouders kunnen hun interesse eerder bij de school kenbaar maken, maar dit geeft uiteraard geen garantie voor de (definitieve) aanmelding en inschrijving. Met dit protocol heeft de gemeente destijds de schoolbesturen geholpen het aanmeldproces in goede banen te leiden. Het protocol is opgesteld voordat de wet3 in ging. Het protocol is toentertijd opgesteld om segregatie tegen te gaan.
Indiendatum:
11 nov. 2021
Antwoorddatum: 21 dec. 2021
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Schriftelijke Vragen: Te weinig participatie en te veel kunstgras bij het speelveldje aan het Ronnie Biermanpad
Lees verderSchriftelijke Vragen: Dierenleed in de Merenwijk
Lees verder