Schrif­te­lijke vragen: Schade aan bomen bij bouw­project De Veer­plaats


Indiendatum: 3 apr. 2022

Op maandag 28 maart 2022 verscheen in het Leidsch Dagblad een artikel waarin te lezen stond dat tijdens de bouw van project De Veerplaats ‘een flinke rij’ populieren langs de Albert Lutulistraat onherstelbaar is beschadigd.[1] In de ‘Bewonersbrief Oude Rijnlocatie’ staat dat uit de Bomen Effect Analyse (BEA, die na het ontstaan van de schade is uitgevoerd) naar voren is voren gekomen dat de werkzaamheden die al zijn uitgevoerd, wortelschade hebben aangericht. Samen met de werkzaamheden die nog plaats moeten vinden, lopen de bomen onherstelbare schade op waardoor ze moeten worden gekapt.

De PvdD heeft de waardebepaling van de onherstelbaar beschadigde bomen ontvangen van bezorgde inwoners. Uit dat document (figuur 1 en 2) blijkt dat de veroorzaker van onherstelbare schade aan bomen op een flinke korting kan rekenen naarmate hij meer bomen beschadigt!

De gemeente organiseerde op 31 maart jl een bewonersbijeenkomst over mogelijke compensatieplannen voor de onherstelbaar beschadigde bomen. Uit gesprekken met de gemeentelijk projectleider en de aanwezige bomendeskundige bleek dat de beschadigde bomen, NIET behouden hadden kunnen blijven bij het gekozen ontwerp van de woningen. Het gebouw staat namelijk te dicht op de bomen, er zijn risico’s tijdens de bouw en schade door ondergrondse werkzaamheden zoals riolering en leidingen, is vrijwel onvermijdelijk (zie foto). Echter, in raadsvoorstellen (bijv. bij de vaststelling bestemmingsplan in 2019) werd gesteld dat de bomen WEL behouden zouden kunnen blijven.

Al meerdere keren heeft de Partij voor de Dieren gewezen op ecologische fouten tijdens de uitvoering van projecten, hieronder een aantal (zeer) recente voorbeelden:

  • Ecologische fouten bij werkzaamheden in het Van der Werfpark[2]
  • Ecologische fouten op het LBSP[3]
  • Ecologische fouten bij werkzaamheden Schuttersveld
  • Ecologische fouten bij werkzaamheden Rietveldpad [4].

In de beantwoording van die vragen gaf het college aan dat voornamelijk als incidenten te beschouwen.

Op grond van artikel 45 van het Reglement van Orde stellen de leden Delver en Van Schaik (PvdD) het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leiden de volgende vragen over onherstelbare schade aan bomen bij bouwproject De Veerplaats:

Over de aangerichte schade

  1. Hoeveel bomen zijn beschadigd? Wat is de conditie van de bomen? Hoe oud zijn ze en welke soorten betreft het?
  2. Wat is het effect van de aangerichte schade op de stabiliteit en levensverwachting van deze bomen? Wat was de oorspronkelijke levensverwachting van deze bomen?
  3. Is het noodzakelijk dat alle bomen gekapt worden? Zo ja, waarom? Zo nee, welke bomen kunnen behouden worden en welke maatregelen zijn daarvoor nodig?
  4. Waarom is er pas een BEA uitgevoerd nadat de werkzaamheden al waren gestart? Is het gangbaar dat er pas een BEA wordt uitgevoerd als de werkzaamheden al zijn gestart? Zo nee, waarom is dat in dit geval dan niet in een vroeger stadium een BEA uitgevoerd? Kunnen we de BEA toegestuurd krijgen?
  5. Is het college bereid om in toekomstige gevallen, waarbij nabij bomen gewerkt wordt, voor aanvang van de werkzaamheden een BEA uit te laten voeren? Zo nee, waarom niet?
  6. De 6 grove dennen aan de Hoge Morsweg worden eveneens gekapt. Waarom moeten deze bomen worden gekapt? Is dit het gevolg van schade of is dit het gevolg van keuzes in het ontwerp? Wordt het getaxeerde bedrag in het Bomenfonds gestort? Zo ja, hoeveel? Zo nee, waarom niet?

Toezicht en handhaving

  1. We hebben signalen dat de aannemer niet zorgvuldig handelt bij het werken nabij bomen. Zo is er een grote hoeveel zand gestort op boomgroeiplaatsen, er zijn containers (en ander zwaar materieel) opgestapeld aan de voet van bomen (zie foto) en er zijn dennen zeer grof gesnoeid (zie foto). Herkent het college deze signalen? Is het college bereid om handhavend op te treden en de aannemer aan te spreken op deze werkwijze? Zo nee, waarom niet?
  2. Op welke wijze is de aannemer op de hoogte gesteld van de geldende eisen voor bescherming van bomen? Welke afspraken zijn gemaakt omtrent de werkwijze rondom de bomen? Graag ontvangen wij de richtlijnen hierover die de aannemer heeft ontvangen van de gemeente.
  3. Hoe is toezicht en handhaving geregeld rondom dit bouwproject? Hoe frequent wordt de bouwplaats bezocht door gemeentemedewerkers? Hoe frequent wordt de bouwplaats bezocht door handhavers? Hoe deskundig zijn deze handhavers op het gebied van bomen of ander groen?
  4. Wordt bij deze toezichtbezoeken ook gecontroleerd of afspraken over het werken nabij bomen en de omgang met openbaar groen getoetst? Zo nee, waarom niet?
  5. Is de aannemer aansprakelijk gesteld voor de aangerichte schade? Op welke manier (bijv. herplant, storting Bomenfonds, vergoeding kosten boomdeskundige etc.)? Is het mogelijk de aannemer eveneens een boete op te leggen? Zo ja, wat is de hoogte van deze boete? Zo nee, waarom niet?

Ecologische compensatie en integraal groenplan

  1. Op de bewonersbijeenkomst werden 3 scenario’s voor compensatie gepresenteerd. Echter geen van deze scenario’s is een volwaardige ecologische compensatie van wat er verloren gaat. Op welke wijze (waar, hoe en wanneer) gaat het college zorgen voor volledige ecologische compensatie?
  2. Hoe wordt deze ecologische compensatie gefinancierd? Wordt de aannemer hiervoor aansprakelijk gesteld? Mag de aannemer hiervoor een beroep doen op het Bomenfonds? Wat mag wel en wat mag niet gefinancierd worden uit het Bomenfonds?
  3. Is het college bereid om het toegezegde Integraal Groenplan (commissie LB, 10 februari 2022) te verbreden tot de gehele Hoge Mors (ipv alleen fase 1 en 2 van Uitvoeringsbesluit Hoge Mors)? Zo ja, wanneer kan de raad dit plan tegemoet zien? Zo nee, waarom niet?

Over het toepassen van schaalvoordeel

  1. Waarom wordt er gebruik gemaakt van schaalvoordeel?
  1. Graag ontvangen wij een overzicht van de projecten waarbij dit schaalvoordeel is toegepast (periode 2018 – heden). Hoeveel korting is vanaf 2018 in totaal gegeven op basis van dit schaalvoordeel? Hoeveel euro is het Bomenfonds daardoor sinds 2018 misgelopen?
  2. Op welke verordening of raadsbesluit is dit schaalvoordeel gebaseerd?
  3. Is het college het met de PvdD eens, dat het toepassen van schaalvoordeel naarmate er meer bomen beschadigd worden, aannemers niet aanspoort om zorgvuldig om te gaan met nabijgelegen bomen? Zo nee, waarom niet? Is het college het met de PvdD eens dat het toepassen van schaalvoordeel op geen enkele wijze bijdraagt aan het behoud van het bomenbestand in de stad? Zo nee, waarom niet?
  4. Is het college bereid om zo snel mogelijk van deze korting af te stappen? Zo ja, per wanneer en hoe kan dat zo snel mogelijk geregeld worden? Zo nee, waarom niet?
  5. Is het college bereid om dit schaalvoordeel om te vormen tot een cumulatieve boetebepaling (waarbij de veroorzaker van schade juist meer moet betalen als er meer bomen beschadigd raken)? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat deze bepaling eruitzien en wanneer krijgt de raad hiervoor een voorstel voorgelegd?

Herhaling voorkomen

  1. Hoe gaat het college in de toekomst voorkomen dat er bij bouwprojecten in raadsvoorstellen onterecht wordt gesteld dat bomen behouden kunnen blijven?
  2. Is het college bereid om bouwplannen in raadsvoorstellen voortaan ook te laten toetsen door boom- en/of groenexperts? Zo nee, waarom niet?
  3. De bomen aan de Albert Lutulistraat vallen net buiten het door de aannemer aangekochte kavel. Is het college bereid om bouwplannen voortaan te laten toetsen op risico’s voor het omliggende groen, ook als die (net) buiten een bouwvak vallen? Zo nee, waarom niet?
  4. Is het college bereid om toezicht en handhaving te versterken wanneer er gewerkt wordt nabij bomen? Zo nee, waarom niet?

Patroon

Is het college het met de vragenstellers eens dat er inmiddels sprake is van een patroon van fouten in de uitvoering en dat er niet langer sprake is van losse, ecologische incidenten? Zo ja, hoe gaat het college dit patroon doorbreken? Zo nee, waarom niet?


[1] ‘Rij populieren sneuvelt voor De Veerplaats’, Leidsch Dagblad, 29 maart 2022.

[2] Zie https://leiden.partijvoordedieren.nl/vragen/schriftelijke-vragen-ecologisch-drama-in-het-van-der-werfpark

[3]https://leiden.partijvoordedie...

[4] Zie https://leiden.partijvoordedieren.nl/vragen/schriftelijke-vragen-beter-op-orde-brengen-van-de-uitvoering-van-het-bomenbeleid

Indiendatum: 3 apr. 2022
Antwoorddatum: 14 jun. 2022

Op maandag 28 maart 2022 verscheen in het Leidsch Dagblad een artikel waarin te lezen stond dat tijdens de bouw van project De Veerplaats ‘een flinke rij’ populieren langs de Albert Lutulistraat onherstelbaar is beschadigd.[1] In de ‘Bewonersbrief Oude Rijnlocatie’ staat dat uit de Bomen Effect Analyse (BEA, die na het ontstaan van de schade is uitgevoerd) naar voren is voren gekomen dat de werkzaamheden die al zijn uitgevoerd, wortelschade hebben aangericht. Samen met de werkzaamheden die nog plaats moeten vinden, lopen de bomen onherstelbare schade op waardoor ze moeten worden gekapt.

De PvdD heeft de waardebepaling van de onherstelbaar beschadigde bomen ontvangen van bezorgde inwoners. Uit dat document (figuur 1 en 2) blijkt dat de veroorzaker van onherstelbare schade aan bomen op een flinke korting kan rekenen naarmate hij meer bomen beschadigt!

De gemeente organiseerde op 31 maart jl een bewonersbijeenkomst over mogelijke compensatieplannen voor de onherstelbaar beschadigde bomen. Uit gesprekken met de gemeentelijk projectleider en de aanwezige bomendeskundige bleek dat de beschadigde bomen, NIET behouden hadden kunnen blijven bij het gekozen ontwerp van de woningen. Het gebouw staat namelijk te dicht op de bomen, er zijn risico’s tijdens de bouw en schade door ondergrondse werkzaamheden zoals riolering en leidingen, is vrijwel onvermijdelijk (zie foto). Echter, in raadsvoorstellen (bijv. bij de vaststelling bestemmingsplan in 2019) werd gesteld dat de bomen WEL behouden zouden kunnen blijven.

Al meerdere keren heeft de Partij voor de Dieren gewezen op ecologische fouten tijdens de uitvoering van projecten, hieronder een aantal (zeer) recente voorbeelden:

  • Ecologische fouten bij werkzaamheden in het Van der Werfpark[2]
  • Ecologische fouten op het LBSP[3]
  • Ecologische fouten bij werkzaamheden Schuttersveld
  • Ecologische fouten bij werkzaamheden Rietveldpad [4].

In de beantwoording van die vragen gaf het college aan dat voornamelijk als incidenten te beschouwen.

Op grond van artikel 45 van het Reglement van Orde stellen de leden Delver en Van Schaik (PvdD) het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leiden de volgende vragen over onherstelbare schade aan bomen bij bouwproject De Veerplaats:

Inleiding voorafgaand aan de beantwoording van de schriftelijke vragen van Laura Delver en Martine van Schaik (PvdD):

Op 11 februari 2022 is uit de Bomen Effect Analyse van adviesbureau Idverde gebleken dat de bomenrij Italiaanse Populieren aan de Lutulistraat is beschadigd (zie bijlage Boom Effect Analyse). Het gaat o.a. om beschadiging van stabiliteitswortels en het verlies van wortelvolume. De beschadiging is dermate ernstig dat in combinatie met de nog uit te voeren civiele werken (ondergrondse infrastructuur) het advies van Idverde is deze bomenrij te verwijderen.

Om zorgvuldig een beslissing te kunnen maken over de kap is door het college opdracht gegeven tot een aanvullend onderzoek (zie bijlage Memo Italiaanse populieren). In dit onderzoek is gekeken of aparte delen van de bomenrij behouden kunnen blijven. Ook de conclusie van dit onderzoek was negatief over behoud van de bomen. De Bomenbond Leiden heeft beide onderzoeken ontvangen.

Het college vindt het bijzonder vervelend dat deze situatie is ontstaan. Het college hecht vanzelfsprekend aan een zorgvuldige werkwijze rondom het werken met bomen en groen. Het college heeft de volle aandacht voor het in de toekomst voorkomen van dergelijke incidenten. Binnen het projectteam ‘Oude Rijnlocatie’ zal een projectevaluatie worden uitgevoerd. De projectevaluatie betreft een archiefonderzoek vanaf de definitiefase van het project en gesprekken met de projectteamleden. De projectevaluatie wordt uitgevoerd om te onderzoeken waar mogelijkheden zijn om de huidige processen te verbeteren.

Het college is ervan overtuigd dat het vigerende beleid in bijvoorbeeld de verordening fysieke leefomgeving voldoende is om incidenten zo veel als mogelijk te voorkomen of onverhoopt handhavend op te treden.

Over de aangerichte schade

1. Hoeveel bomen zijn beschadigd? Wat is de conditie van de bomen? Hoe oud zijn ze en welke soorten betreft het?

Antwoord:
In de Bomen Effect Analyse (BEA) zijn 67 bomen meegenomen. De bomen zijn zowel bovengronds als ondergronds beoordeeld. Bovengronds zijn 39 bomen beoordeeld in een goede conditie, 27 in redelijke conditie en één in zeer slechte conditie. Uit het ondergrondse onderzoek blijkt dat de wortels, bijvoorbeeld door beschadiging van stabiliteitswortels of het verlies van wortelvolume, beschadigd zijn. De kleine onderlinge plantafstand zorgt ervoor dat wanneer er een boom beschadigd is dit effect heeft op de stabiliteit van naastgelegen bomen.
Het gaat voornamelijk om de Italiaanse Populier (Populus Nigra Italica), deze bomen zijn circa 37 jaar oud. In het onderzoek zijn ook enkele bomen van de soort Wilg, Bolesdoorn, Grove Den en de Es meegenomen.

2. Wat is het effect van de aangerichte schade op de stabiliteit en levensverwachting van deze bomen? Wat was de oorspronkelijke levensverwachting van deze bomen?

Antwoord:
Het effect van de schade is dat de stabiliteit en de levensverwachting van de bomen zijn verminderd. Vermindering van de stabiliteit en de levensverwachting wordt veroorzaakt door beschadiging van stabiliteitswortels en het verlies van wortelvolume. De oorspronkelijke levensverwachting van de bomen was maximaal 60 jaar.

3. Is het noodzakelijk dat alle bomen gekapt worden? Zo ja, waarom? Zo nee, welke bomen kunnen behouden worden en welke maatregelen zijn daarvoor nodig?

Antwoord:
Adviesbureau Idverde adviseert op basis van het ondergrondse onderzoek, de geplande graaflijn voor de ondergrondse infrastructuur en de reeds door de aannemer aangebrachte schade aan de bomen, de bomenrij bestaande uit Italiaanse populieren (Populus Nigra ‘Italica’) te verwijderen.

Het college heeft verzocht nogmaals te onderzoeken of er geen bomen behouden kunnen blijven. Daarbij mag de veiligheid (stabiliteit) nooit in het geding zijn. Idverde heeft hiervoor een aanvullende schouw gedaan (zie bijlage Memo Italiaanse populieren, BD22092). Gezien de conclusies uit het eerdere rapport concentreert deze schouw zich, in overleg met o.a. de Bomenbond, op een aantal bomen waarnaast geen fundering is aangelegd.

Voor de noordelijke bomen (nummer 55, 56, 57 en het bosplantsoen in bijlage BD22092) geldt dat deze wel veilig behouden kunnen blijven maar niet duurzaam. Behoud van deze bomen beperkt de aanplant van nieuwe bomen, het belemmert de groei van nieuwe bomen en de bomen kunnen alleen behouden blijven met een gehavende kroon. Ook is gedurende het groeiseizoen monitoring nodig om de conditieterugval te monitoren en indien noodzakelijk te acteren d.m.v. nazorg.

De zuidelijke bomen (nummer 1,2, en 3 in bijlage BD22092), kunnen niet duurzaam en niet veilig behouden blijven. De zuidelijke bomen hebben risico op instabiliteit door verwijderen van beschoeiing wat nodig is voor de realisatie van de nieuwe damwand. Ook de werkzaamheden bij plaatsen van nieuwe damwand vormen een risico. Risico zit o.a. in de holtes die gaan ontstaan waardoor grond rondom bomen verzakt. Het is volgens Idverde niet reëel om een aangepaste werkwijze en maatregelen ter voorkoming van instabiliteit te realiseren. Zelfs met een aangepaste werkwijze kan de stabiliteit niet gegarandeerd worden. Bij instabiliteit van de bomen komt de veiligheid in het geding. Het projectteam heeft de Memo Italiaanse populieren gedeeld met de Bomenbond.
Aangezien uit beide onderzoeken van Idverde blijkt dat alle bomen, die gezamenlijk de bomenrij aan de Lutulistraat vormen, niet duurzaam behouden kunnen blijven is het college voornemens een kapaanvraag in te dienen voor de hele bomenrij.

4. Waarom is er pas een BEA uitgevoerd nadat de werkzaamheden al waren gestart? Is het gangbaar dat er pas een BEA wordt uitgevoerd als de werkzaamheden al zijn gestart? Zo nee, waarom is dat in dit geval dan niet in een vroeger stadium een BEA uitgevoerd? Kunnen we de BEA toegestuurd krijgen?

Antwoord:
De gangbare procedure is om een BEA in de ontwerpfase en/of in het vergunningentraject uit te voeren. Bij dit project zijn de civiele werken (ondergrondse infrastructuur) helaas pas in een later stadium uitgewerkt. Het college hecht vanzelfsprekend aan een zorgvuldige werkwijze rondom het werken met bomen en groen en daarom is tijdens de voorbereidingen opdracht gegeven om een Boom Effect Analyse (BEA) uit te voeren om de potentiële impact van de geplande werkzaamheden op deze bomen te onderzoeken. Ook heeft de gemeente het onderzoeksbureau gevraagd de bomen aan de inrit langs de Hoge Morsweg (keerlus) in het onderzoek mee te nemen, omdat daar eveneens dicht bij bomen wordt gewerkt.

Voor de BEA, zie bijlage.

5. Is het college bereid om in toekomstige gevallen, waarbij nabij bomen gewerkt wordt, voor aanvang van de werkzaamheden een BEA uit te laten voeren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Ja (zie antwoord vraag 4). De gangbare procedure is om dit vooraf uit te voeren.

6. De 6 grove dennen aan de Hoge Morsweg worden eveneens gekapt. Waarom moeten deze bomen worden gekapt? Is dit het gevolg van schade of is dit het gevolg van keuzes in het ontwerp? Wordt het getaxeerde bedrag in het Bomenfonds gestort? Zo ja, hoeveel? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Deze bomen worden gekapt omdat er een inrit en uitrit voor de toekomstige woningen wordt gerealiseerd, waarbij rekening wordt gehouden met zaken zoals afwatering en bereikbaarheid voor brandweer en vuilophaaldiensten.
Ook voor deze bomen geldt dat er een getaxeerd bedrag in het Bomenfonds gestort moet worden.

Toezicht en handhaving


7. We hebben signalen dat de aannemer niet zorgvuldig handelt bij het werken nabij bomen. Zo is er een grote hoeveel zand gestort op boomgroeiplaatsen, er zijn containers (en ander zwaar materieel) opgestapeld aan de voet van bomen (zie foto 1) en er zijn dennen zeer grof gesnoeid (zie foto 2). Herkent het college deze signalen? Is het college bereid om handhavend op te treden en de aannemer aan te spreken op deze werkwijze? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Ja, het college herkent de signalen. De aannemer is in de zomer van 2021 door de toezichthouder aangesproken op het storten van het zand op boomgroeiplaatsen, waarna het zand snel is weggehaald. De gemeente heeft later een boomeffectenanalyse uitgevoerd. Daaruit bleek dat er helaas schade aan de bomen is ontstaan door o.a. het weghakken van wortels bij de fundering.

Met betrekking tot de plaatsing van de containers, is dit noodzakelijk vanwege de bouwplaats inrichting ten uitvoering van de omgevingsvergunning.

8. Op welke wijze is de aannemer op de hoogte gesteld van de geldende eisen voor bescherming van bomen? Welke afspraken zijn gemaakt omtrent de werkwijze rondom de bomen? Graag ontvangen wij de richtlijnen hierover die de aannemer heeft ontvangen van de gemeente.

Antwoord:
In de tender uitvraag is het belang van het behoud van bomen genoemd richting de ontwikkelaar. Er zijn geen nadere privaatrechtelijke afspraken gemaakt over de bescherming, hoewel het wel als aandachtspunt is meegegeven in de omgevingsvergunning. Het college is van mening dat een aannemer behoort te weten dat er gewerkt moet worden in lijn met de Verordening fysieke leefomgeving van de gemeente en het ‘veilig werken rondom bomen’ van het Normeninstituut Bomen.
Het is in de toekomst mogelijk om middels een standaard zin aandacht te vragen voor het werken rondom bomen en de regels/eisen die gelden. De meest logische plek (vergunning, opdrachtverstrekking of andere publiek/private overeenkomst) en de voor en nadelen hiervan zullen worden verkend. De verkenning zal worden uitgevoerd in overleg tussen de afdelingen Publiekszaken, Handhaving & Veiligheid, Projectbureau en Stadsingenieurs.

9. Hoe is toezicht en handhaving geregeld rondom dit bouwproject? Hoe frequent wordt de bouwplaats bezocht door gemeentemedewerkers? Hoe frequent wordt de bouwplaats bezocht door handhavers? Hoe deskundig zijn deze handhavers op het gebied van bomen of ander groen?

Antwoord:
Een toezichthouder van de afdeling Bouwtoezicht, Juridische Handhaving en Veiligheid voert vanaf de start van de uitvoering van de bouwwerkzaamheden frequent en onaangekondigd (eens per 2-4 weken) controles uit. Deze toezichthouder is bevoegd om toe te zien op correcte uitvoering van de verleende omgevingsvergunning, als ook (onder andere) op de Verordening fysieke leefomgeving.

10. Wordt bij deze toezichtbezoeken ook gecontroleerd of afspraken over het werken nabij bomen en de omgang met openbaar groen getoetst? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
De toezichthouder is bevoegd om toe te zien op correcte uitvoering van de verleende omgevingsvergunning en (onder andere) op de Verordening fysieke leefomgeving. Wanneer afspraken zijn vastgelegd in de vergunning kan daar op worden getoetst. Daarbuiten heeft toezicht een signaleringsfunctie.

11. Is de aannemer aansprakelijk gesteld voor de aangerichte schade? Op welke manier (bijv. herplant, storting Bomenfonds, vergoeding kosten boomdeskundige etc.)? Is het mogelijk de aannemer eveneens een boete op te leggen? Zo ja, wat is de hoogte van deze boete? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
De juridische mogelijkheden om de aannemer aansprakelijk te stellen voor de schade aan de bomen worden op dit moment bestudeerd. Optreden op privaatrechtelijke basis wordt hierbij als meer voor de hand liggend gezien dan een publiekrechtelijke insteek.

Ecologische compensatie en integraal groenplan


12. Op de bewonersbijeenkomst werden 3 scenario’s voor compensatie gepresenteerd. Echter geen van deze scenario’s is een volwaardige ecologische compensatie van wat er verloren gaat. Op welke wijze (waar, hoe en wanneer) gaat het college zorgen voor volledige ecologische compensatie?

Antwoord:
Het (beleid)uitgangspunt bij kap is dat de compensatie van hoogwaardige ecologische waarde moet zijn en deze waar kan verbetert. Het compensatieplan voor dit project voorziet in hoog ecologische bomen volgens het register ecologische bomen. Het heeft bovendien aandacht voor gelaagdheid en variëteit waarmee het nieuwe aanplant vergelijkbaar of zelfs hogere ecologische waarde heeft dan de bestaande monocultuur van Italiaanse populieren.

13. Hoe wordt deze ecologische compensatie gefinancierd? Wordt de aannemer hiervoor aansprakelijk gesteld? Mag de aannemer hiervoor een beroep doen op het Bomenfonds? Wat mag wel en wat mag niet gefinancierd worden uit het Bomenfonds?

Antwoord:
De compensatie wordt vanuit de aanvrager gefinancierd. In dit geval is dat de gemeente, die voor werkzaamheden aan de ondergrondse infrastructuur een vergunning moet aanvragen.
Zie voor aansprakelijkheid aannemer, vraag 11.

Degene die de compensatie heeft gestort mag aanspraak doen op het Bomenfonds, in dit geval is dat de gemeente. Uit het bomenfonds kunnen alle kosten die zijn gemaakt om de boomwaarde te herstellen worden teruggevraagd. Dit kan maximaal tot het bedrag dat bij de bijbehorende vergunning gestort is in de voorziening bomenfonds als waarborg voor de herplant.

14. Is het college bereid om het toegezegde Integraal Groenplan (commissie LB, 10 februari 2022) te verbreden tot de gehele Hoge Mors (i.p.v. alleen fase 1 en 2 van Uitvoeringsbesluit Hoge Mors)? Zo ja, wanneer kan de raad dit plan tegemoet zien? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Het college inventariseert de ontwikkelingen in de Hoge Mors en beziet deze in samenhang met elkaar, zodat waar mogelijk groencompensatie op elkaar kan worden afgestemd. Uw raad wordt bij het uitvoeringsbesluit Hoge Mors Fase 2 geïnformeerd over de resultaten.

Over het toepassen van schaalvoordeel


15. Waarom wordt er gebruik gemaakt van schaalvoordeel?

Antwoord:
Het college kan zich voorstellen dat het begrip 'schaalvoordeel’, wanneer verkeerd uitgelegd, een merkwaardige indruk kan maken. Het begrip ‘schaalvoordeel’ is echter onderdeel van de rekenmethode voor het bepalen van de actuele vervangingskosten van de bomen. Het vervangen van een enkele boom is relatief duur in vergelijking met een groep bomen omdat kosten zoals aanschaf, vervoer en water gift (i.v.m. nazorg) dan niet gedeeld kan worden over een groter aantal bomen. De storting in het bomenfonds is in de basis geen straf of boete, het is een weergave van de verwachte kosten die moet worden gemaakt om de boomwaarde te herstellen. De storting functioneert hierbij als waarborg voor de herplant.

16. Graag ontvangen wij een overzicht van de projecten waarbij dit schaalvoordeel is toegepast (periode 2018 – heden). Hoeveel korting is vanaf 2018 in totaal gegeven op basis van dit schaalvoordeel? Hoeveel euro is het Bomenfonds daardoor sinds 2018 misgelopen?

Antwoord:
Zoals bij vraag 15 benoemd is dit een vast onderdeel van elke bepaling van de actuele waardebepaling, dus is vanaf 2018 bij iedere berekende vervanging van meer dan 1 boom gerekend met de werkelijke vervangingskosten.
Het bomenfonds is een garantiefonds voor de herplant van bomen. Hierbij worden de kosten die moeten worden gemaakt voor het terugbrengen van de boomwaarde bepaald. Bij de berekening is dus geen sprake van het mislopen van euro’s voor het bomenfonds in zijn functie als garantiefonds voor de herplant van boomwaarde.

17. Op welke verordening of raadsbesluit is dit schaalvoordeel gebaseerd?

Antwoord:
Hier ligt geen verordening of raadsbesluit aan ten grondslag. Het is het gevolg van de berekening van de actuele vervangingskosten volgens de methode zoals opgesteld door de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen. Meer details over de rekenmethode vindt u hier https://boomtaxateur.nl/images... In Artikel 3.6.1.11 Herplant-/instandhouding plicht bij vellen zonder vergunning lid 2 van de Verordening fysieke leefomgeving wordt deze methode genoemd als methode om de actuele vervangingskosten te bepalen.

18. Is het college het met de PvdD eens, dat het toepassen van schaalvoordeel naarmate er meer bomen beschadigd worden, aannemers niet aanspoort om zorgvuldig om te gaan met nabijgelegen bomen? Zo nee, waarom niet? Is het college het met de PvdD eens dat het toepassen van schaalvoordeel op geen enkele wijze bijdraagt aan het behoud van het bomenbestand in de stad? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Nee, het college deelt die mening niet. Het geheel van het vigerende beleid is erop gericht om aannemers en andere partijen te bewegen zorgvuldig om te gaan met bomen. De logische manier van berekenen, conform de in het antwoord op vraag 17 genoemde landelijke methode, gaat uit van de reële totale vervangingskosten.

19. Is het college bereid om zo snel mogelijk van deze korting af te stappen? Zo ja, per wanneer en hoe kan dat zo snel mogelijk geregeld worden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Nee, het college ziet daar geen aanleiding toe. Er is hier geen sprake van een korting, maar zoals hierboven aangegeven gaat het om het bepalen van de reële totale vervangingskosten.

20. Is het college bereid om dit schaalvoordeel om te vormen tot een cumulatieve boetebepaling (waarbij de veroorzaker van schade juist meer moet betalen als er meer bomen beschadigd raken)? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat deze bepaling eruitzien en wanneer krijgt de raad hiervoor een voorstel voorgelegd?

Antwoord:
Nee, daartoe is het college niet bereid, omdat het conform landelijke methode (zie antwoord vraag 17) aanhouden van de werkelijke totale vervangingskosten de enige logische grondslag is voor een berekening. De verplichte storting in het bomenfonds ten behoeve van compensatie is geen strafmaatregel en daarmee is het omzetten naar bijvoorbeeld een boetebepaling wat betreft het college niet aan de orde.

Herhaling voorkomen


21. Hoe gaat het college in de toekomst voorkomen dat er bij bouwprojecten in raadsvoorstellen onterecht wordt gesteld dat bomen behouden kunnen blijven?

Antwoord:
Het college vindt het bijzonder vervelend dat deze situatie is ontstaan.
Uiteindelijk hebben signalering en handhaving in deze casus hun rol gespeeld, echter ondanks deze maatregelen is het project niet conform het beleid en protocol veilig werken rondom bomen uitgevoerd.
In een volgend ontwerpproces voor een te ontwikkelen locatie zal nadrukkelijk worden gekeken of er rekening moet worden gehouden met bomen die dicht bij de te ontwikkelen locatie staan. Waar mogelijk worden deze bomen dan binnen het ontwerp getrokken zodat op voorhand met deze bomen rekening wordt gehouden. Echter, in beginsel geldt dat een aanvrager de reikwijdte van de vergunning bepaalt.

22. Is het college bereid om bouwplannen in raadsvoorstellen voortaan ook te laten toetsen door boom- en/of groenexperts? Zo nee, waarom niet?


Antwoord:
Dit gebeurt reeds. Zowel voor de wet natuurbescherming als het onderdeel bomen van de verordening fysieke leefomgeving zijn experts betrokken die waar van toepassing advies uitbrengen in het vergunningen traject en vooroverleggen.

23. De bomen aan de Albert Lutulistraat vallen net buiten het door de aannemer aangekochte kavel. Is het college bereid om bouwplannen voortaan te laten toetsen op risico’s voor het omliggende groen, ook als die (net) buiten een bouwvak vallen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Zie antwoord vraag 21

24. Is het college bereid om toezicht en handhaving te versterken wanneer er gewerkt wordt nabij bomen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Er wordt reeds toezicht gehouden op naleving van een verleende omgevingsvergunning en geldende wet- en regelgeving. Dat behelst ook toezicht op bomen op grond van de Verordening fysieke leefomgeving. Indien mogelijk, wordt er handhavend opgetreden indien men zich niet aan deze vergunningsvoorwaarden en/of wet- en regelgeving houdt. Overeenkomstig met het handhavingsbeleid (en tevens al handelend in lijn met de geest van de Omgevingswet) wordt er door de toezichthouder eerst informeel gestuurd om tot herstel van de situatie te komen.
De raad kan via het Uitvoeringsprogamma Handhaving bij sturen op de werkzaamheden. Patroon
25. Is het college het met de vragenstellers eens dat er inmiddels sprake is van een patroon van fouten in de uitvoering en dat er niet langer sprake is van losse, ecologische incidenten? Zo ja, hoe gaat het college dit patroon doorbreken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Nee, het college ziet geen patroon maar losstaande incidenten zonder opzet of structureel verkeerd handelen. Vanzelfsprekend betreurt het college deze gebeurtenissen en heeft het de volle aandacht voor het in de toekomst voorkomen van dergelijke incidenten. In de uitvoering van projecten kunnen menselijke fouten gemaakt worden, hoe goed de processen ook afgesproken zijn. Het overgrote deel van de projecten in Leiden wordt uitgevoerd zonder schade aan bomen. Wanneer een incident toch onverhoopt plaatsvindt, wordt nagegaan waar het verkeerd is gegaan en hoe dit in de toekomst zo goed mogelijk voorkomen kan worden. Dit wordt gedaan conform de projectevaluatie die in de inleiding staat omschreven.
Het college is ervan overtuigd dat het vigerende beleid in bijvoorbeeld de verordening fysieke leefomgeving voldoende is om incidenten zo veel als mogelijk te voorkomen of onverhoopt handhavend op te treden.



[1] ‘Rij populieren sneuvelt voor De Veerplaats’, Leidsch Dagblad, 29 maart 2022.

[2] Zie https://leiden.partijvoordedieren.nl/vragen/schriftelijke-vragen-ecologisch-drama-in-het-van-der-werfpark

[3]https://leiden.partijvoordedie...

[4] Zie https://leiden.partijvoordedieren.nl/vragen/schriftelijke-vragen-beter-op-orde-brengen-van-de-uitvoering-van-het-bomenbeleid

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen: Beter op orde brengen van (de uitvoering van) het bomenbeleid

Lees verder

Schriftelijke vragen: Zet ook de knop om

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer