Schrif­te­lijke Vragen: Verrijdbaar bos in de stad


Indiendatum: 28 feb. 2023

Op zondag 29 januari 2023 kopte het Leidsch Dagblad ‘Steeds meer enthousiasme voor een mobiel bos op de stenige Leidse Lammermarkt’.[1] Diverse partijen, waaronder de directeur van LOLA Landschapsarchitecten en de voorzitter van de Stichting Cultuurkwartier Leiden, lopen warm voor een verrijdbaar bos op de Lammermarkt.

De Partij voor de Dieren vindt een verrijdbaar bos geen stevige keuze voor de toekomst en is dan ook niet enthousiast. Het is buitensporig duur en tijdelijk van aard, omdat bomen in kuipen veel minder ruimte hebben om te groeien, in droge periodes van water moeten worden voorzien en hun levensduur kort is.

Op grond van artikel 45 van het Reglement van Orde stellen de leden Raat en Delver, het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leiden de volgende vragen een verrijdbaar bos in de stad.

1. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat bomen in kuipen een kortere levensduur hebben, een kleinere bijdrage leveren aan het tegengaan van hittestress, de opvang van water, het vergroten van de biodiversiteit, het opvangen van CO2 en duurder zijn in onderhoud en daarom een veel minder wenselijke optie zijn dan bomen die in de volle grond staan? Zo nee, waarom niet?

2. Wat is concreet het verschil tussen een boom in een kuip en een boom in de volle grond wat betreft levensduur, (onderhouds)kosten, het tegengaan van hittestress, de opvang van water, het vergroten van de biodiversiteit en het opvangen van CO2?

In het artikel in het Leidsch Dagblad wordt verwezen naar het tijdelijke verrijdbare bos dat vorig jaar in Leeuwarden stond: ‘Het idee van een mobiel bos of ’zwerfbos’ voor de overige 51 weken leende de LOLA-directeur van de Friese cultuurorganisatie Arcadia. Die liet tussen mei en augustus vorig jaar onder de naam ’BOSK’ in de binnenstad van Leeuwarden 1.200 bomen in 800 kuipen plaatsen.

3. Is het college ermee bekend dat het verrijdbare bos in Leeuwarden deel uitmaakte van een kunstproject met een experimenteel karakter en dat alle bomen na 100 dagen op een definitieve locatie zijn aangeplant?

4. Hoe kijkt het college er tegenaan dat het verrijdbare bos in Leeuwarden geen doel op zich was, maar een middel om de bomen – en daarmee de natuur – een stem te geven en om te leren de belangen van de lange termijn boven de korte termijn te stellen en zo een goede voorouder te zijn?

5. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat het plaatsen van een verrijdbaar bos in de stad geen goed idee is gezien de hoge kosten en de kortere levensduur? Zo nee, waarom niet?

In het beleidsakkoord ‘Samen leven in Leiden’ staat: ‘Als we onze stad leefbaar willen houden, dan moeten we de komende tijd stevige keuzes maken. Klimaatverandering en toenemende extremen in het weer vragen dat we vergroenen, verduurzamen en klimaatadaptieve maatregelen doorvoeren.

6. Vindt het college een verrijdbaar bos een stevige keuze voor de toekomst? Zo ja, waarom?

Vorig jaar heeft de gemeente een subsidieaanvraag ingediend bij de landelijke overheid voor een verrijdbaar bos op de Beestenmarkt. Uit antwoorden op technische vragen van de Partij voor de Dieren blijkt dat deze aanvraag is afgewezen. Uit diezelfde antwoorden blijkt ook dat het college van plan is om een nieuwe subsidieaanvraag in te dienen.

7. Wat zijn de (onderhouds)kosten van een verrijdbaar bos op de Beestenmarkt?

8. Wat woog zwaarder bij het aanvragen van de subsidie voor een verrijdbaar bos op de Beestenmarkt: het aantrekkelijker maken van de Beestenmarkt om zo meer bezoekers te trekken óf het vergroenen van de Beestenmarkt om zo hittestress tegen te gaan, water op te vangen, de biodiversiteit te vergroten en CO2 op te vangen?

9. Is er inmiddels een nieuwe subsidievraag ingediend en maakt een verrijdbaar bos op de Beestenmarkt daar deel vanuit?

10. Heeft de stadsecoloog zich gebogen over een verrijdbaar bos op de Beestenmarkt? Zo ja, wat was zijn advies? Zo nee, waarom niet?

11. Heeft het college contact gehad met de Bomenbond over een verrijdbaar bos op de Beestenmarkt? Zo ja, hoe staan zij tegenover deze plannen? Zo nee, waarom niet?

12. Ziet het college mogelijkheden om de Beestenmarkt permanent te vergroenen, zonder bomen of ander groen in verrijdbare bakken te plaatsen? Zo ja, om welke mogelijkheden gaat het? Zo nee, waarom niet?

13. Is er contact geweest tussen de gemeente en organisaties en/of Leidenaars over het doen verrijzen van een verrijdbaar bos op de Lammermarkt? Zo ja, om welke organisaties gaat het, wat hebben zij aan het college voorgelegd dan wel gevraagd en hoe heeft het college hierop gereageerd?

14. Hoe hoog schat het college de (onderhouds)kosten voor een verrijdbaar bos op de Lammermarkt?

15. Ziet het college mogelijkheden om de Lammermarkt permanent te vergroenen, zonder bomen of ander groen in verrijdbare bakken te plaatsen? Zo ja, om welke mogelijkheden gaat het? Zo nee, waarom niet?

In het artikel in het Leidsch Dagblad staat: Onder veel Leidenaars heerst sterk de indruk dat de Lammermarkt in zijn nieuwe gedaante is mislukt. Na de bouw van de parkeergarage was het de bedoeling dat het gebied een evenementenplein zou worden, maar organisatoren blijken er geen warme gevoelens voor te koesteren. Zo hielden ondernemers die in december vorig jaar een kerstmarkt organiseerden, die liever op de sfeervolle Hooglandse Kerkgracht dan op de daarvoor aangewezen Lammermarkt.

16. Kan het college bevestigen dat er weinig evenementen op de Lammermarkt worden gehouden en dat de Lammermarkt in zijn nieuwe gedaante dus is mislukt?

17. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat kermisattracties verrijdbaar zijn en bomen niet? Zo nee, waarom niet?

18. De Lammermarkt wordt leeg en stenig gehouden, zodat er een paar dagen per jaar een gedeelte van een kermis kan staan. Wegen deze paar dagen per jaar op tegen het niet permanent vergroenen van de Lammermarkt? En hoe verhoudt zich dit tot de ambities van het college om één van de meest leefbare steden van Europa te worden, waar het over twintig jaar nog steeds goed toeven is?

[1] https://www.leidschdagblad.nl/cnt/dmf20230127_62931944?utm_source=www.ecosia.org&utm_medium=referral&utm_content=/

Indiendatum: 28 feb. 2023
Antwoorddatum: 11 apr. 2023

Op zondag 29 januari 2023 kopte het Leidsch Dagblad ‘Steeds meer enthousiasme voor een mobiel bos op de stenige Leidse Lammermarkt’.[1] Diverse partijen, waaronder de directeur van LOLA Landschapsarchitecten en de voorzitter van de Stichting Cultuurkwartier Leiden, lopen warm voor een verrijdbaar bos op de Lammermarkt.

De Partij voor de Dieren vindt een verrijdbaar bos geen stevige keuze voor de toekomst en is dan ook niet enthousiast. Het is buitensporig duur en tijdelijk van aard, omdat bomen in kuipen veel minder ruimte hebben om te groeien, in droge periodes van water moeten worden voorzien en hun levensduur kort is.

Op grond van artikel 45 van het Reglement van Orde stellen de leden Raat en Delver, het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leiden de volgende vragen een verrijdbaar bos in de stad.

1. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat bomen in kuipen een kortere levensduur hebben, een kleinere bijdrage leveren aan het tegengaan van hittestress, de opvang van water, het vergroten van de biodiversiteit, het opvangen van CO2 en duurder zijn in onderhoud en daarom een veel minder wenselijke optie zijn dan bomen die in de volle grond staan? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Bomen in de vollegrond dragen per definitie meer bij aan klimaatadaptatie dan bomen in een kuip. Daarom plant het college verspreid over de stad ook jaarlijks tientallen nieuwe bomen aan, zowel vanuit het 50-bomenplan als vanuit vele woningbouw-, bereikbaarheids- en openbare ruimteprojecten. Waar het kan zijn bomen in de volle grond, is dit inderdaad de meest wenselijke optie. Helaas is het echter niet altijd mogelijk om bomen in de volle grond te plaatsen,
bijvoorbeeld door kabels en leidingen, door logistieke bewegingen of door zeer intensief gebruik van de openbare ruimte. In die gevallen zijn bomen in kuipen een goed alternatief, dat volgens het college nog altijd te prefereren valt boven verstening. Ook deze bomen dragen immers nog altijd bij aan klimaatadaptatie en biodiversiteit, zij het inderdaad meer beperkt dan volwassen bomen in de volle grond. Wij zien bovendien dat groen meerdere functies heeft dan alleen klimaatadaptatie. Zo draagt groen ook bij aan de gezondheid en leefbaarheid. Groen nodigt uit tot bewegen en vergroot het mentaal welzijn. Daarnaast zorgt een groene binnenstad voor een aantrekkelijke uitstraling.

2. Wat is concreet het verschil tussen een boom in een kuip en een boom in de volle grond wat betreft levensduur, (onderhouds)kosten, het tegengaan van hittestress, de opvang van water, het vergroten van de biodiversiteit en het opvangen van CO2?

Antwoord: Het college erkent dat er een verschil is tussen de kwaliteit van een boom in een kuip of in de volle grond. Dat wil niet zeggen dat bomen in een kuip geen uitkomst kunnen bieden in situaties waarin een boom in de volle grond helaas (nog) niet mogelijk is. Een boom in een kuip kan bijdragen aan meer bewegen, het vergroten van het mentaal welzijn en een aantrekkelijker binnenstad. Het verschil met een boom in een kuip en een boom in de volle grond is het volgende:
- Levensduur: de leefomstandigheden van bomen in de volle grond is beter dan bomen in kuipen. Bomen in de volle grond kunnen daardoor beter wortelen en worden ouder.
- Kosten: een boom in een kuip vraagt meer onderhoudskosten omdat er geen contact wordt gemaakt met het grondwater. Hierdoor moet al het water komen in de vorm van hemelwater of moet er water gegeven worden met de tankwagen.
- Hittestress: bomen verkoelen door middel van verdamping en door schaduw. Door de beperkte hoeveelheid water beschikbaar voor een boom in een kuip, zal de verdamping beperkter zijn dan bij een boom in de volle grond. Daarnaast worden bomen in kuipen niet zo groot als bomen in de volle grond, waardoor het vermogen om schaduw te
leveren ook meer beperkt is.
- Opvang van water: er is maar een beperkt volume van de kuip waarboven het bladerdek hangt. De opvang van water is daardoor beperkt.
- Biodiversiteit: met goede soortkeuze kan een boom in een kuip bijdragen aan de biodiversiteit, maar de grootste drager van biodiversiteit is de bodem.

In die situaties waarin een boom in de volle grond geen optie is, acht het college omwille van de leefbaarheid, de (mentale) gezondheid, de aantrekkelijkheid van de stad en in meer beperkte mate de verduurzamingsopgave bomen in kuipen als een goed alternatief dat de voorkeur verdient boven een versteende inrichting.

In het artikel in het Leidsch Dagblad wordt verwezen naar het tijdelijke verrijdbare bos dat vorig jaar in Leeuwarden stond:Het idee van een mobiel bos of ’zwerfbos’ voor de overige 51 weken leende de LOLA-directeur van de Friese cultuurorganisatie Arcadia. Die liet tussen mei en augustus vorig jaar onder de naam ’BOSK’ in de binnenstad van Leeuwarden 1.200 bomen in 800 kuipen plaatsen.

3. Is het college ermee bekend dat het verrijdbare bos in Leeuwarden deel uitmaakte van een kunstproject met een experimenteel karakter en dat alle bomen na 100 dagen op een definitieve locatie zijn aangeplant?

4. Hoe kijkt het college er tegenaan dat het verrijdbare bos in Leeuwarden geen doel op zich was, maar een middel om de bomen – en daarmee de natuur – een stem te geven en om te leren de belangen van de lange termijn boven de korte termijn te stellen en zo een goede voorouder te zijn?

Antwoord op de vragen 3 en 4: Het college is op de hoogte dat het verrijdbare bos in Leeuwarden een kunstproject was. Dat het kunstproject een diepere lading had, ziet het college als onderdeel van de kunst. Tegelijk ziet het college de uitwerking van het kunstwerk in de binnenstad van Leeuwarden als positief. Het zorgde ervoor dat versteende straten en pleinen in de binnenstad een aantrekkelijke groene uitstraling kregen. Daarnaast vergrootte het de sociale cohesie onder bewoners door samen de bomen met de verrijdbare bakken door de binnenstad te verplaatsen. Het verrijdbare bos droeg
daarmee bij aan meer beweging.

5. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat het plaatsen van een verrijdbaar bos in de stad geen goed idee is gezien de hoge kosten en de kortere levensduur? Zo nee, waarom niet?

In het beleidsakkoord ‘Samen leven in Leiden’ staat: ‘Als we onze stad leefbaar willen houden, dan moeten we de komende tijd stevige keuzes maken. Klimaatverandering en toenemende extremen in het weer vragen dat we vergroenen, verduurzamen en klimaatadaptieve maatregelen doorvoeren.

6. Vindt het college een verrijdbaar bos een stevige keuze voor de toekomst? Zo ja, waarom?

Antwoord op de vragen 5 en 6: Op 10 november 2022 heeft uw raad de motie van PvdA/GroenLinks ‘Aan de slag met
verplaatsbaar groen’ aangenomen. De raad constateert in deze motie dat extra (tijdelijk) groen goed is voor de stad en zorgt voor een fijnere leefomgeving, meer biodiversiteit en bijdraagt aan een buitenruimte waarin ontmoeten, spelen en ontspannen beter mogelijk is. De raad verzoekt het college een pilot met ‘verplaatsbaar groen’ te onderzoeken voor het Arsenaalplein en deze pilot te betrekken bij de uitvoering van de Groene Kansenkaart. Naar aanleiding van deze opdracht van de gemeenteraad wordt op dit moment een projectplan voorbereid voor een proef met verplaatsbaar groen op het Arsenaalplein voor de periode 2024- 2026, voorafgaand aan de ontwikkeling van de Humanities Campus. Doel van deze pilot is om te leren of en in welke situaties verplaatsbaar groen een aanvulling kan zijn op de vergroeningstrategie van de stad. Ook willen we leren op welke manier verplaatsbaar groen kan bijdragen aan de doelen op het gebied van biodiversiteit, klimaatadaptatie, verhoging van verblijfskwaliteit en speelwaarde van versteende locaties die moeilijk te vergroenen zijn. Het college wil met beantwoording van deze vraag niet op het projectplan vooruitlopen. Op basis van dit projectplan zal het college aan de gemeenteraad een voorstel doen voor de wijze van afdoening van deze motie.

Vorig jaar heeft de gemeente een subsidieaanvraag ingediend bij de landelijke overheid voor een verrijdbaar bos op de Beestenmarkt. Uit antwoorden op technische vragen van de Partij voor de Dieren blijkt dat deze aanvraag is afgewezen. Uit diezelfde antwoorden blijkt ook dat het college van plan is om een nieuwe subsidieaanvraag in te dienen.

7. Wat zijn de (onderhouds)kosten van een verrijdbaar bos op de Beestenmarkt?

Antwoord: Voor de subsidieaanvraag was het niet nodig om deze kosten op dat niveau in kaart te brengen. We waren daarom nog niet zover in het proces om de kosten voor een verrijdbaar bos op de Beestenmarkt te bepalen.

8. Wat woog zwaarder bij het aanvragen van de subsidie voor een verrijdbaar bos op de Beestenmarkt: het aantrekkelijker maken van de Beestenmarkt om zo meer bezoekers te trekken óf het vergroenen van de Beestenmarkt om zo hittestress tegen te gaan, water op te vangen, de biodiversiteit te vergroten en CO2 op te vangen?

Antwoord: Hoezeer het college ook de Beestenmarkt permanent zou willen vergroenen, op dit moment behoort dat nog niet tot de mogelijkheden. De Beestenmarkt is een evenemententerrein, waar behalve voor de 3 Oktoberviering door het jaar heen ook ruimte nodig is voor diverse andere evenementen. Bovendien zijn er in de Programmabegroting geen middelen beschikbaar gesteld voor een herinrichting van het plein.

Dat wil niet zeggen dat we het karakter van het plein niet al kunnen versterken, bijvoorbeeld met de plaatsing van tijdelijk of verplaatsbaar groen.

9. Is er inmiddels een nieuwe subsidievraag ingediend en maakt een verrijdbaar bos op de Beestenmarkt daar deel vanuit?

Antwoord: Voor de nieuwe subsidieaanvraag voor de regeling Impulsaanpak winkelgebieden wordt een ander projectgebied voorgesteld. Samen met vastgoedeigenaren en Centrummanagement Leiden wordt gekeken naar kansen voor versterking van het Aalmarktgebied, conform het Actieplan Impuls Leidse lokale economie. Hier speelt een verrijdbaar bos geen rol.

10. Heeft de stadsecoloog zich gebogen over een verrijdbaar bos op de Beestenmarkt? Zo ja, wat was zijn advies? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: De ecologen hebben zich niet gebogen over een verrijdbaar bos op de Beestenmarkt, omdat de invulling en uitvoering geen onderdeel vormden van de subsidieaanvraag.

11. Heeft het college contact gehad met de Bomenbond over een verrijdbaar bos op de Beestenmarkt? Zo ja, hoe staan zij tegenover deze plannen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Het college heeft geen contact gehad met de Bomenbond over een verrijdbaar bos op de Beestenmarkt. Als de subsidieaanvraag toegekend zou zijn, zou er met stakeholders en belangengroepen naar de invulling en uitvoering worden gekeken.

12. Ziet het college mogelijkheden om de Beestenmarkt permanent te vergroenen, zonder bomen of ander groen in verrijdbare bakken te plaatsen? Zo ja, om welke mogelijkheden gaat het? Zo nee, waarom niet?

Zie het antwoord op vraag 5, 6 en 8.

13. Is er contact geweest tussen de gemeente en organisaties en/of Leidenaars over het doen verrijzen van een verrijdbaar bos op de Lammermarkt? Zo ja, om welke organisaties gaat het, wat hebben zij aan het college voorgelegd dan wel gevraagd en hoe heeft het college hierop gereageerd?

Antwoord: Er is nog geen contact geweest tussen de gemeente en derden over een verrijdbaar bos op de Lammermarkt. We verwachten rond de zomer het droombeeld van Stichting Cultuurkwartier over de fysieke omgeving van het Cultuurkwartier. De Lammermarkt maakt daar onderdeel van uit.

14. Hoe hoog schat het college de (onderhouds)kosten voor een verrijdbaar bos op de Lammermarkt?

Antwoord: De pilot met verplaatsbaar groen op het Arsenaalplein die naar aanleiding van de door de gemeenteraad aangenomen motie in voorbereiding is, moet meer inzicht geven in deze kosten op het Arsenaalplein. Op basis van de resultaten van deze pilot kan vervolgens een inschatting gemaakt worden van de benodigde kosten voor andere locaties in de stad, zoals de Lammermarkt.

15. Ziet het college mogelijkheden om de Lammermarkt permanent te vergroenen, zonder bomen of ander groen in verrijdbare bakken te plaatsen? Zo ja, om welke mogelijkheden gaat het? Zo nee, waarom niet?

Zie het antwoord op vraag 5, 6 en 8.

In het artikel in het Leidsch Dagblad staat: ‘Onder veel Leidenaars heerst sterk de indruk dat de Lammermarkt in zijn nieuwe gedaante is mislukt. Na de bouw van de parkeergarage was het de bedoeling dat het gebied een evenementenplein zou worden, maar organisatoren blijken er geen warme gevoelens voor te koesteren. Zo hielden ondernemers die in december vorig jaar een kerstmarkt organiseerden, die liever op de sfeervolle Hooglandse Kerkgracht dan op de daarvoor aangewezen Lammermarkt.

16. Kan het college bevestigen dat er weinig evenementen op de Lammermarkt worden gehouden en dat de Lammermarkt in zijn nieuwe gedaante dus is mislukt?

Antwoord: Nee. Dat organisatoren er geen warme gevoelens voor koesteren is een misvatting. Alle geluidslots (aantal mogelijke vergunningen voor evenementen, met daaraan verbonden geluidscategorie) die in het evenementenbeleid voor de locatie Lammermarkt staan, worden jaarlijks gebruikt. Hierdoor kunnen niet alle aanvragen worden toegekend. De voorkeur van de ondernemers voor organisatie van de kerstmarkt op de locatie Hooglandse Kerkgracht heeft te maken met de centrale ligging in de binnenstad, nabij de winkelgebieden en het gebied van de Nieuwe Rijn.

17. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat kermisattracties verrijdbaar zijn en bomen niet? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Kermisattracties zijn inderdaad makkelijker te verplaatsen dan bomen in de volle grond. Dat wil niet zeggen dat ze overal inpasbaar zijn.

18. De Lammermarkt wordt leeg en stenig gehouden, zodat er een paar dagen per jaar een gedeelte van een kermis kan staan. Wegen deze paar dagen per jaar op tegen het niet permanent vergroenen van de Lammermarkt? En hoe verhoudt zich dit tot de ambities van het college om één van de meest leefbare steden van Europa te worden, waar het over twintig jaar nog steeds goed toeven is?

Antwoord: De Lammermarkt wordt voor meer evenementen gebruikt dan de kermis. Alle tijdslots die gedurende het jaar beschikbaar zijn voor een evenement worden benut. Als het evenementenbeleid wordt geëvalueerd, zal het College de vraag meenemen hoe de huidige invulling en wensen voor de Lammermarkt en de Beestenmarkt zich verhouden tot het
evenementenbeleid en leefbaarheid in de binnenstad.

[1] https://www.leidschdagblad.nl/cnt/dmf20230127_62931944?utm_source=www.ecosia.org&utm_medium=referral&utm_content=/